PensioenPro van 10 april bericht dat bij NSC en BBB het individueel bezwaarrecht standaard wordt in hun amendement. Ook maken zij het mogelijk dat pensioenfondsen die niet invaren, de afschaffing van de doorsneesystematiek kunnen compenseren uit het fondsvermogen.

Dit staat vermeld in het nader gewijzigd amendement voor instemmingsrecht dat de partijen vanochtend bekend hebben gemaakt. De wijzigingen zijn een reactie op de kritiek die NSC en BBB kregen op de eerdere versie. Zo ondersteunen ouderenorganisaties individueel bezwaarrecht, maar houden ANBO-PCOB en de Koepel van Gepensioneerden bedenkingen bij een invaarreferendum.

Individueel bezwaarrecht is nu de standaard en daarmee komen NSC en BBB tegemoet aan dat bezwaar. In de oorspronkelijke versie van het amendement van eind januari was individueel bezwaarrecht niet opgenomen; dat kwam als extra mogelijkheid in een aangepaste versie.

Een ander kritiekpunt was dat de deelnemers die nadeel ondervinden van het afschaffen van de doorsneesystematiek geen compensatie uit het pensioenvermogen kunnen krijgen. Dit zou uit de premie moeten komen en de overheid zou hierdoor jaarlijks tot €2 mrd aan belastinginkomsten kunnen mislopen.

NSC en BBB regelen nu dat fondsen een compensatie kunnen geven uit het pensioenvermogen, zowel bij individueel als bij collectief bezwaar. Hierdoor ontstaat er door inspraak ook geen financiële claim voor de overheid  als belastingontvanger en als werkgever, aldus een toelichting op de wijzigingen.

Voor de impact op de compensatie stelt het amendement voor dat pensioenfondsen vooraf peilen hoeveel deelnemers individueel bezwaar zouden willen maken. Dit geeft een indicatie van de financiële gevolgen want bij een kleine groep is die gericht, stellen de indieners. Zijn veel deelnemers van plan bezwaar te maken? Dat zou fondsen zich überhaupt kunnen afvragen of het doorzetten van de afgesproken invaarplannen in dat geval dan wel verstandig is. Ook scherpen de indieners de eisen aan de communicatie aan.

De plicht instemmingsrecht te bieden geldt voor fondsen die invaren vanaf 60 dagen na inwerkingtreding van de Wet verlenging pensioentransitie, waar het amendement bij is ingediend. Dat wetsvoorstel zou 1 juli dit jaar moeten ingaan, maar die datum lijkt onhaalbaar, omdat zowel de Tweede Kamer als de Senaat het wetsvoorstel nog moeten behandelen. Het debat in de Tweede Kamer staat op dit moment gepland voor de week van 22 april, de laatste week voor het meireces.

Vanwege het uitstel van de behandeling kondigde minister Van Hijum vorige maand aan dat hij de indexatieregels wil versoepelen voor fondsen die na 1 juli invaren.

Voor het persbericht hierover van een aantal seniorenorganisaties: zie de bijlage.

Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 14 april 2025