Juridisch pensioenadvies aan de Tweede Kamer (29 okt. 2024)
Op 15 oktober 2024 heeft advocaat prof. mr. Niek Peters op verzoek van de Tweede Kamer een advies van 123 pagina’s uitgebracht aan de Vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid met een juridische analyse inzake Motie Joseph over risico’s van invaren (transitie van oude in nieuwe rechten) in de nieuwe Wet Toekomst Pensioenen (zie bijlage).
Daarin zijn de volgende met elkaar samenhangende vragen beantwoord in relatie tot Europees recht:
1. Wat zijn de juridische risico’s en mogelijke aansprakelijkheid van het invaren voor de Staat en wat is de omvang van deze risico’s?
2. Wat zijn de juridische risico’s en mogelijke aansprakelijkheid van het invaren voor werkgevers en wat is de omvang van deze risico’s?
3. Wat zijn de risico’s van het invaren voor het rechtsstelsel en wat is de omvang van deze risico’s?
4. Wat zijn de juridische risico’s en mogelijke aansprakelijkheid van het invaren voor pensioenfondsen en wat is de omvang van deze risico’s?
Hierbij wordt geconstateerd dat pensioenaanspraken van mensen die nog werken en de pensioenrechten van gepensioneerden onder het Europees eigendomsrecht vallen. Nu is ook het eigendomsrecht geen absoluut of onaantastbaar recht is, maar dat onder bepaalde strenge voorwaarden een inbreuk mag worden gedaan. Denk bijvoorbeeld aan onze belastingen op inkomen en vermogen in het belang van de overheid.
Het advies gaat over de voorwaarden of inmenging door onze wetgever in het eigendomsrecht, in ons geval van de pensioenen, wel of niet gerechtvaardigd is. Daarvoor zijn verschillende criteria die worden toegepast in deze analyse. Daarbij moet worden gedacht of de Wet Toekomst Pensioenen onvoldoende rechtsbescherming biedt en/of onvoldoende voorzienbaar is. Of er ontbreekt een redelijke grond voor het invaren of dat de genomen maatregelen voor het invaren niet proportioneel zijn dan wel een onevenredige last opleggen. Ook het buiten werking stellen van het individueel bezwaarrecht op zichzelf moet als een ongeoorloofde inmenging in het eigendomsrecht worden beschouwd. ‘In dit verband valt niet uit te sluiten dat (in specifieke omstandigheden) wordt geoordeeld dat er wel sprake is van ongeoorloofde inmenging in de eigendom.’
Dat ‘vinden’ moet dan door de rechter worden bepaald, vooral als er door het invaren een nadeel wordt geleden. Ook indirecte discriminatie naar leeftijd is mogelijk als er geen adequate compensatie plaatsvindt bij het invaren. Het recht op een ongestoord gezinsleven kan ook een rol spelen voor het nabestaandenpensioen, vroegpensioen en ongehuwden pensioen.
Daar de uitwerking door pensioenfondsen van de effectieve gevolgen van het invaren nog niet bekend zijn gemaakt, kan de analyse daarover voor een individueel iemand of als groep geen zekerheid over de aantasting van het eigendom bieden. Maar dat er op vele punten (grote) risico’s zijn van een ongeoorloofde inbreuk op ons pensioenrecht als eigendom is wel duidelijk. Daarom de oproep van een groep seniorenverenigingen om af te zien van het invaren, bekijk hier de link.
Nieuwsbrief van Stichting Pensioenbehoud van 28 oktober 2024