Skip to main content

Nieuwsbrieven Pensioenbehoud

Individueel bezwaarrecht bij invaren bestaande rechten (16 sept. 2024)

De nieuwe minister SZW van Hijum heeft op 12 september een aantal kritische vragen uit de Eerste Kamer beantwoord (zie bijlage). Twee vragen met hun antwoorden daaruit over invaren en zelf kiezen zijn voor ons interessant.

Vraag 7
Kan de regering reageren op de twee argumenten welke in het position paper van Bas Werker voor het Rondetafelgesprek over pensioenen - governance, koopkracht en communicatie op 20 juni 2024 in de Tweede Kamer onder punt 2 worden genoemd, ten aanzien van het herinvoeren van het individuele bezwaarrecht? Dhr. Werker voert 2 argumenten aan:
- a. “Als je wilt uitstralen dat het nieuwe stelsel een verbetering is, dan is niets zo krachtig als een opt-out bieden”
- b. “Het is inmiddels duidelijk dat er een lange juridische strijd gaat ontstaan over deze omzetting. Het is maar de vraag of je, onder die dreiging, een beheerste overstap kunt maken. Al zou de kans klein zijn dat een pensioenfonds teruggefloten wordt, de ellende is niet te overzien als je vijf jaar na invaren de toedeling van vermogens met terugwerkende kracht overnieuw moet doen.”

Antwoord 7. De heer Werker geeft twee stellingen voor het invoeren van een individueel bezwaarrecht. De gehele transitie naar het nieuwe pensioenstelsel is een collectief proces waar werknemers(vertegenwoordigers) en werkgevers(vertegenwoordigers) per bedrijfstak of onderneming collectief afspraken maken over de nieuwe pensioenregeling, de compensatie en of er een verzoek tot invaren zal worden gedaan.

De wetgever heeft er daarbij voor gekozen om evenwichtige belangen afweging vorm te geven via deze collectieve afspraken in de arbeidsvoorwaardelijke fase en de pensioenfondsbesturen die de verschillende belangen waarborgen en afwegen. Daarmee is de besluitvorming gericht op het behartigen van de belangen van alle deelnemers en het borgen van de evenwichtigheid van de besluitvorming hierbij. Een mogelijkheid om als individu, door een individueel bezwaarrecht, anders te beslissen dan de reeds collectief gemaakte afspraken verhoudt zich hier niet goed mee. De keuze van een individu heeft immers gevolgen voor de andere deelnemers binnen het pensioenfonds. Bovendien heeft een individueel bezwaarrecht nog een ander belangrijk nadeel, namelijk dat het veel vergt van een individu. Een individu moet hiervoor immers begrijpen wat de gevolgen van zijn keuze om bezwaar te maken, kunnen zijn. Hij moet een weloverwogen keuze kunnen maken op basis van informatie die hij begrijpt. In het verlengde daarvan is ook het door de heer Werker veronderstelde effect van het individuele bezwaarrecht op (het voorkomen van) eventuele juridische procedures daarmee ook hoogst onzeker.

Vraag 8. N.a.v. het antwoord op vraag 3 van de vragen van de leden van de BBB-fractie, heeft het aan het woord zijnde lid de volgende vraag. Erkent de regering dat een referendum waarbij de deelnemers zelf mogen beslissen of zij wel of niet willen invaren de voorkeur verdient boven de regeling waarbij de sociale partners besluiten over invaren en deelnemers en gepensioneerden geen zeggenschap hebben, zeker niet nu het individueel bezwaarrecht is afgeschaft en er geen beroep mogelijk is tegen het invaarbesluit? Indien nee, waarom niet? Wat vindt de regering van een referendum waarbij zowel de opkomst als de uitkomst meer dan 60% moet zijn? Wat vindt de regering van een zodanige regeling dat degenen die niet stemmen geacht worden “Ja” te hebben gestemd, als de vraag luidt “bent u tegen het invaren?”

Antwoord 8. Door middel van collectieve afspraken door werknemers(vertegenwoordigers) en werkgevers(vertegenwoordigers) en collectieve besluitvorming door het pensioenfonds kan een goede en zorgvuldige afweging worden gemaakt over een evenwichtige transitie naar het nieuwe pensioenstelsel voor alle deelnemers. Dat de pensioenen worden ingevaren kan onderdeel zijn van deze collectieve afweging en besluitvorming. In het proces om tot het invaarbesluit te komen zijn de belangen van deelnemers, slapers en gepensioneerden op verschillende momenten afgewogen. Allereerst tijdens de arbeidsvoorwaardelijke fase waar sociale partners de verschillende belangen af hebben gewogen en waarbij de uitoefening van het hoorrecht nog extra kan bijdragen aan het in beeld krijgen van die verschillende belangen alvorens het besluit wordt genomen. Vervolgens wordt bij het pensioenfonds het invaarverzoek beoordeeld en vindt opnieuw een belangenafweging plaats. De specifieke rol van het verantwoordingsorgaan of belanghebbendenorgaan en het interne toezicht borgen dat ook in deze fase een zorgvuldig en afgewogen besluit wordt genomen.

Ik begrijp de wens om meer (gevoel van) inspraak te hebben in het proces maar tegelijkertijd is dit een collectieve transitie naar nieuwe pensioenregelingen waarbij collectieve afwegingen over het invaren worden gemaakt. Uiteindelijk wordt collectief besloten of invaren bijdraagt aan een evenwichtige transitie voor alle generaties. Voor de goede orde, ook in dit collectief vormgegeven besluitvormingsproces heeft de deelnemer individueel altijd de mogelijkheid om zijn individuele situatie ter toetsing voor te leggen aan de geschilleninstantie pensioenfondsen of aan de civiele rechter.

Maar de minister zegt er niet bij dat een gepensioneerde wettelijk géén individueel bezwaar tegen het invaren zelf kan maken, maar pas na het invaren wel over de gevolgen van het invaren. Ook de geschillencommissie pensioenfondsen doet géén uitspraken over het invaren zelf. Wel schrijft de Koepel Gepensioneerden in de nieuwsbrief nr. 30 van 13 september 2024 het volgende daarover:   

”Iets anders is dat het wel mogelijk is gebleven naar de rechter te stappen. Dat kán ook niet worden verboden. Het verschil met het individueel bezwaarrecht is echter dat anders dan daarbij het enkel laten blijken van een bezwaar (in dit geval door het opstarten van een juridische procedure) niet voldoende is. Men zal de rechter moeten zien te overtuigen, nog even los van de kosten die men zal moeten maken (door bijvoorbeeld het inschakelen van een advocaat). Daarmee is op zich een flinke drempel opgeworpen.”

Wellicht is dat nog een mogelijkheid, tenminste als er een financier voor deze procedure wordt gevonden.

Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 16 september 2024