Skip to main content

Nieuwsbrieven Pensioenbehoud

Hoe ons pensioenstelsel werd vernacheld (8 jan. 2024)

“Het Nederlandse pensioenstelsel is met de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) toekomstbestendig gemaakt.”, schrijft minister Schouten in haar brief aan de Tweede Kamer van 21december j.l. (zie bijlage) “Deze hervorming is, met behoud van sterke elementen als collectiviteit en solidariteit, een antwoord op een breed gedragen wens: eerder perspectief op een koopkrachtiger pensioen, dat transparanter en persoonlijker is en dat beter aansluit bij de ontwikkelingen in de samenleving en op de arbeidsmarkt.” 

Tot degenen die deze breed gedragen wens zouden hebben gehad, behoren in ieder geval niet de huidige pensioendeelnemers en gepensioneerden. Hen is niets gevraagd. Deze wens leefde alleen bij de politiek, het kabinet en de DNB vanwege haar toezicht risico’s. De reden is simpel: ook in de laatste sociale regeling  als ons pensioen moest en zou ten koste van de huidige opgebouwde pensioenaanspraken marktwerking worden doorgevoerd. We hebben de negatieve gevolgen daarvan gezien in de zorg, de woningbouw en diverse andere overheidssectoren, waar het publieke belang werd verkwanseld. Met het algemeen belang houdt de markt zich niet bezig.

De minister vervolgt haar brief dan met de uitspraak: “In het oude pensioenstelsel kon de belofte van koopkrachtvaste uitkeringen voor de meeste deelnemers de laatste decennia niet worden waargemaakt. Deze beloftes zijn duur door de hoge buffers die moeten worden aangehouden. Door die hoge buffers gaan de pensioenen nauwelijks omhoog, ook wanneer er goede rendementen worden behaald door pensioenfondsen.”

In de brief wordt gesproken over het ‘oude’ pensioenstelsel, maar dat moet zijn het huidige pensioenstelsel zolang de nieuwe wet niet is ingevoerd. Ons huidige pensioenstelsel is van 2007 en daarin werd de rekenrente voor de verplichtingen van een pensioenfonds van een vast percentage omgezet in een variabel marktpercentage zonder rekening te houden met de lange termijn rendementen. Terwijl voor de premies dat wel mag, een onjuiste uitvoering van het wettelijke jaarrekeningrecht met een voor de activa en passiva verschillende waarderingsmethode. Daardoor werden de indexaties sinds 2008 veelal niet uitgekeerd, maar toegevoegd aan het pensioenvermogen van het pensioenfonds. En over die te hoge buffers procedeert de Stichting Pensioenbehoud samen met KBO Brabant tegen de Staat wegens strijdigheid met EU pensioenrecht. In het eerste halfjaar van 2024 wordt de uitspraak in cassatie verwacht.

De gevolgen van dit onjuiste wetgevingsbeleid vermeldt de brief wel: “In een aantal jaren zijn kortingen doorgevoerd en veel pensioenen zijn, tot het perspectief op het nieuwe pensioenstelsel er kwam, niet verhoogd. Daardoor nam de koopkracht van gepensioneerden af. Dit leidde tot begrijpelijke teleurstelling bij gepensioneerden, die het indexatieperspectief kleiner zagen worden.”

Er loopt ook nog een procedure tegen PMT om te zorgen dat de gemiste indexaties vanaf 2008 alsnog worden uitbetaald en niet verloren gaan bij de invoering van de pensioenwet Wtp. We laten ons niet vernachelen. Daarover later meer.

Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 8 januari 2024