De politiek respecteert ons eigendomsrecht niet (14 nov. 22)
Al in 2012 heeft onze hoogste rechter de Hoge Raad bepaald dat onze pensioenaanspraak en dus ook ons pensioenrecht, ‘een zelfstandig (voorwaardelijk) vermogensrecht vormt’. En daarmee ons eigendom is. Dat eigendomsrecht is in 2007 aangetast door het vaststellen van de huidige Pensioenwet. Daarin werden zulke onnodig strenge rekenregels gesteld dat sinds die tijd vele indexaties al jarenlang onmogelijk werden. Daarover loopt een procedure tegen de Staat die nu in de fase van behandeling is door de Hoge Raad. Onze advocaat prof. mr. dr. Hans van Meerten heeft al vele publicaties gewijd aan het eigendomsrecht van ons pensioen inclusief jaarlijkse indexatie, dus met aanpassing voor de geldontwaarding.
Bij het in de Tweede Kamer in behandeling zijnde wetsontwerp Toekomst Pensioenen is iets opvallends gezegd. Dat het uitsluitend ons geld is dat de pensioenfondsen beheren voor ons pensioen, is door de bestuurders van de vijf grootste pensioenfondsen expliciet bevestigd in een brief aan de Tweede kamer van 9 november 2022 (zie pagina 4 van de bijlage): “Het is daarnaast goed om te beseffen dat het pensioenfonds het gehele vermogen verdeelt tussen alle actieve deelnemers, slapers en uitkeringsgerechtigden. Er wordt dus niets achtergehouden.” Pensioenfondsen beheren ons eigendom net als een beleggingsinstelling.
Maar met het in behandeling zijnde wetsontwerp Toekomst Pensioenen dreigt het nog veel erger te worden. Dit wetsontwerp regelt de onteigening van ons ouderdomspensioen met het nabestaandenpensioen in de vorm van een toegezegd jaarlijks pensioenbedrag door deze toezegging zonder ieders goedkeuring of zelfs bezwaarmogelijkheid op een arbitraire wijze om te zetten in een pensioenkapitaal, je eigen pensioenpotje Daaruit moet ieder zijn eigen pensioen betalen, waarvan de hoogte afhankelijk is van de beleggingsresultaten in dat jaar. Hierover is het laatste woord nog niet gezegd. Onacceptabel dat dit gebeurt in het wetsvoorstel.
Om het nog bonter te maken staat in het wetsvoorstel dat jongeren extra kapitaal mogen lenen van de gepensioneerden om daarmee risicovol te kunnen beleggen. Nu staat in het wetsvoorstel lenen tot maximaal 150% van de risicovolle investering, maar onlangs heeft minister Schouten voorgesteld om dit maximum geheel te laten vervallen. De zeer deskundige econometrist Pieter Omtzigt in de Tweede Kamer heeft aangetoond dat zonder maximum het bijlenen kan oplopen tot 1600% (!). En wat gebeurt er dan als die belegging fout gaat? Bij koersval van 6% belegging weg én groot verlies op de lening? Het voldoet niet aan het prudent person beginsel waaraan pensioenfondsen verplicht te hanteren volgens artikel 19 van de EU-wetgeving IORP 2. Ook daarover is nog niet het laatste woord gezegd.
Bij het wetsvoorstel Toekomst Pensioenen is het bedrag van het individuele pensioenpotje eigendom van de deelnemer, slaper of gepensioneerde. Vergelijkbaar met je bank- of beleggingsrekening. Het leenrecht bij dit wetsvoorstel om ongevraagd en zonder toestemming met een deel van het pensioenvermogen/kapitaal van een andere pensioendeelnemer in dat pensioenfonds te beleggen, is volgens mij in strijd met het eigendomsrecht en er daarom is toestemming van de uitlener noodzakelijk voor de inlener.
Nieuwsbrief van Stichting Pensioenbehoud van 14 november 2022