Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt over de nieuwe pensioenwet
Nieuwsbrief van Stichting Pensioenbehoud van 18 september 2022
Hieronder het interview met Pieter Omzigt over zijn pogingen om de behandeling van de nieuwe pensioenwet op een juiste wijze tot stand te laten komen. Want de overheid is met haar modeldenken (dan hoeven onterecht de politici niet zelf te denken) helemaal op de verkeerde weg.
Buitengewoon de moeite waard om de video te openen en bekijken. Waren er meer Pieter Omtzigt's in de Tweede Kamer. Hopelijk overtuigt een kamermeerderheid. Wij zijn echter voorstander van het behoud van onze huidige pesnioenwet met wel met een reële rekenrente. Maar voor het geval dat behoud politiek niet zou lukken, dan moet het alternatief zo min mogelijk slechter zijn.
Met vriendelijke groet,
Erik Daae
Een nieuwe pensioenwet zónder berekeningen met deze hoge inflatie? Niet doen!
Volkskrant van 4 september 2022, 06:00 Opinie Pieter Omtzigt en Eric Bergamin
Alle huidige pensioenen overhevelen naar het nieuwe systeem zonder te weten wat de gevolgen van inflatie zijn en hoe de reserves verdeeld worden, kan tot grote fouten leiden, betogen Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt en expert Eric Bergamin.
Binnenkort staat de mondelinge behandeling van de Wet toekomst pensioenen op de agenda van de Tweede Kamer. Die wet verandert de aanspraken op een pensioenfonds (vaak een middelloonregeling) in een individueel spaarpotje voor elke deelnemer. Dat gebeurt niet alleen voor toekomstige aanspraken, maar ook voor alle opgebouwde pensioenrechten.
Iedereen die bij een pensioenfonds een pensioenaanspraak heeft, krijgt dus een stuk van een van de grootste spaarpotten ter wereld, die nu ongeveer 1.400 miljard euro groot is. De cruciale vraag is natuurlijk: hoe worden de huidige potten verdeeld? Het overbrengen van het huidige naar het nieuwe systeem wordt door pensioendeskundigen ‘invaren’ genoemd en speelt een belangrijke rol bij het overgaan naar het nieuwe pensioensysteem.
De eenvoudigste manier zou zijn om de huidige potten te verdelen op basis van de huidige rekenrente, oftewel hoeveel het pensioenfonds gereserveerd heeft voor de opgebouwde aanspraak. Dit heet de standaardmethode. Om allerlei redenen wordt echter ook een andere verdeelmethode voorgesteld waar de wetgever de voorkeur aan geeft: de zogeheten VBA-methode (‘Value Based Asset liability management’). De aanspraak die een werknemer heeft onder het huidige systeem zal bij deze VBA-methode verdeeld worden op basis van een doorrekening met vele economische scenario’s.
Generatie
En of je nu de standaardmethode gebruikt, of de VBA-methode op basis van die economische scenario’s, er zal vervolgens óók nog gekeken worden of een generatie er naar verwachting redelijk uit zal komen (dus niet bevoordeeld of benadeeld wordt) en dat is dan de sleutel tot de overgang naar het nieuwe systeem. De wet schrijft voor dat een commissie een uitgebreid en onderbouwd advies over de economische scenario’s moet opstellen.
Pensioenfondsen moeten, vereenvoudigd gezegd, die scenario’s (nu 10 duizend verschillende economische omstandigheden, over een periode van ongeveer zestig jaar) gebruiken voor de berekeningen van hun premie, de hoogte van de verwachte pensioenen, de risico’s en hun communicatie. Minister Schouten (Pensioenen) had bij de presentatie van de nieuwe wet, begin dit jaar, gehoopt dat ze dit advies nét na de zomer zou ontvangen, omdat de berekeningen heel belangrijk zijn voor wie welk deel van de pensioenpotten krijgt.
Alleen, deze commissie komt er op dit moment helemaal niet uit. Dat is op zich helemaal niet verwonderlijk: de economische omstandigheden zijn dit jaar zeer bijzonder en het ziet er niet naar uit dat deze situatie snel voorbij is. Om een concreet voorbeeld te noemen: de huidige inflatie van rond de 13 procent kwam in geen van de 10 duizend scenario’s van zestig jaar langs, in de scenariosets van afgelopen jaar.
Nauwelijks bruikbaar
6 procent was het maximum dat daaruit kon komen. Dat kwam omdat de commissie in het meest recente advies met zo’n hoge inflatie geen rekening heeft gehouden – wat niet zo raar is want de inflatie is al héél lang laag geweest. De werkelijkheid met een omhoog geschoten inflatie wijkt dus heel veel af van al die verschillende scenario’s, die dus eigenlijk nauwelijks bruikbaar zijn.
De commissie had rond deze tijd (vóór de behandeling van de nieuwe wet in september in de Tweede Kamer) klaar moeten zijn, maar heeft een aantal maanden uitstel gevraagd. In de tussentijd wil de commissie de Kamer niet te woord staan, wat – op zijn zachtst gezegd – niet heel hoffelijk is.
Maar ook zij weten: een kleine variatie in de scenario’s kan al leiden tot tienduizenden euro’s verschil in de spaarpot die iemand meekrijgt.
Geen bezwaarrecht
Het invaren – dus het overbrengen van oude rechten in individuele spaarpotten – gebeurt, als het aan de regering ligt, na een besluit van sociale partners en het pensioenfonds zelf. De deelnemers hebben geen collectief instemmingsrecht en al helemaal geen individueel bezwaarrecht: noch vooraf, noch achteraf. Elke mogelijkheid van inspraak is door de regering vakkundig uit de wet gehouden en er zelfs uitgehaald.
De nieuwe Pensioenwet is mede ingegeven door de kwetsbaarheid van het pensioensysteem als gevolg van de financiële crisis. Aan deze kwetsbaarheid zou een einde moeten komen met de nieuwe wet. Als de Kamer nu deze wet behandelt, dan gaat zij instemmen (of niet) met een wet die een enorme herverdeling tot gevolg kan hebben, zonder de herverdeling te kennen en overigens ook zonder dat de deelnemers later nog iets kunnen tegenhouden.
Tegelijk wordt het pensioen in het nieuwe systeem toch weer kwetsbaar (waaronder dus ook het pensioen dat vanuit het huidige systeem is overgeheveld) voor economische ontwikkelingen die zelfs de deskundigen tot zeer recent niet eens op het netvlies hadden.
Verzaken van kerntaak
Het nu behandelen van deze wet is natuurlijk onzorgvuldig. De allergrootste herverdelingsoperatie in Nederland in gang zetten zonder de precieze parameters van de herverdeling te kennen, betekent het verzaken van het nauwkeurig wegen van de wetgeving, de kerntaak bij uitstek van het parlement.
Daarom dient de Kamer de wet pas verder te behandelen wanneer de scenario’s bekend zijn en er zorgvuldige berekeningen liggen, waaruit blijkt wat de overgang voor individuele deelnemers betekent. Stel dat er verkeerd herverdeeld blijkt te zijn als de herverdelingsoperatie achter de rug is, dan is er geen weg terug meer; dat zal zeer vervelend zijn voor wie pensioen heeft opgebouwd.
Het is moeilijk uit te leggen aan pensioendeelnemers dat de een veel meer heeft gekregen dan waar hij of zij recht op had, en een ander juist veel minder; het gaat tenslotte niet over dubbeltjes en kwartjes maar mogelijk over tienduizenden euro’s verschil per persoon. Maar ja, als het geld is verdeeld en toegekend, is er geen weg terug.
Een zorgvuldige Tweede Kamer neemt haar verantwoordelijkheid en zorgt dat het niet zo ver hoeft te komen.