Toelichting op uitspraak van rechtbank in procedure tegen Staat (15 feb. 2021)
De rechtbank oordeelt dat KBO-Brabant en Stichting Pensioenbehoud wél ontvankelijk zijn in hun collectieve vordering, terwijl de Staat dat betwistte. Daarmee is een belangrijke juridische hindernis genomen. Op een aantal essentiële punten hebben eisers gelijk gekregen van de rechtbank. Het meest belangrijke in ons voordeel is dat bepaalde premieovereenkomsten niet vallen onder artikel 15 van de Europese richtlijn IORP 2 dat gaat over het verplicht aanhouden van buffers. Dit betekent dat als pensioenfondsen feitelijk dit soort premieregelingen uitvoeren, zij dus niet vallen onder het strenge kader van de Staat en zij dus niet onderhevig zijn aan de huidige rekenrente en de zware buffereisen. Het is daarom onbegrijpelijk dat de rechtbank uiteindelijk de vordering van KBO-Brabant en Stichting Pensioenbehoud heeft afgewezen. De uitspraak bevat echter voldoende concrete handvatten voor een hoger beroep.
De rechtbank stelde vast dat de collectieve beschikbare premieregeling (CDC) als pensioenregeling niet wettelijk is en dus niet bestaat. Maar onze advocaten hebben juist gesteld dat in de praktijk qua uitvoering de CDC regeling wel bestaat, hoewel juridisch voorzien van het verkeerde etiket ‘uitkeringsovereenkomst’. Dat is mogelijk omdat werkgevers en werknemers buiten de wetgever om zelf uitvoeringsregels voor de pensioenfondsen hebben opgesteld, waarbij sprake is van een collectieve beschikbare premieregeling die is vastgelegd in een CAO en niet in de wet. Niet de pensioentoezegging is dan bepalend, maar de premie. Daardoor worden de financiële risico’s gedragen door de werkenden en gepensioneerden. Want onze pensioenfondsen als stichtingen hebben géén eigen vermogen zoals verzekeraars. Het gehele pensioenkapitaal is opgebouwd uit de ontvangen premies en het daarop gemaakte rendement. Dat vermogen is dus het economisch eigendom van de pensioenopbouwers en gepensioneerden.
De Tweede Kamer heeft volgens de kamerstukken al in 2004 (!) meer dan drie pagina’s gediscussieerd over het bestaan van de CDC pensioenregeling: hoezo CDC bestaat niet? Er zijn pensioenfondsen die zelfs CDC in hun naam hebben staan: https://ing.cdcpensioen.nl/ Maar de politiek wilde bij de totstandkoming van de huidige Pensioenwet voor CDC geen nieuw type pensioenregeling maken. De CDC regeling geeft géén gegarandeerd pensioen, omdat alle risico’s bij de deelnemer en gepensioneerde ligt vanwege de mogelijke kortingen.
De werkgever heeft wettelijk nooit de verplichting gehad om geld bij te storten bij een te lage dekkingsgraad zoals in andere EU landen gebruikelijk is. Die landen hebben in dat geval een Defined Benefit oftewel DB regeling vanwege de bij ons ontbrekende wettelijke garantie. En dat geldt voor zowel bedrijfstakpensioenfondsen als voor ondernemingspensioenfondsen. Vroeger gaven sommige bedrijven aan hun eigen pensioenfonds wel een garantie af, maar die tijd is voorbij. De politiek doet echter bij de bepaling van de rekenregels alsof er wel een garantie zou zijn. Vandaar al jaren lang geen indexatie. Daarom is hoger beroep kansrijk.
Nieuwsbrief van Stichting Pensioenbehoud, 15 februari 2021