Hoe een jaar uitstel de denkfouten niet oplost (25 nov. 2019)
Het laatste nieuws over de pensioenen zal u niet zijn ontgaan. De kortingen op pensioenen voor 2020 zijn voor het grootste deel van de baan. Maar volgens minister Koolmees zijn kortingen wel ’nodig’. Voor circa 600.000 of meer mensen van 4 fondsen dreigt nog wel een korting, maar dat hangt af van de stand op 31 december. Zonder ingrijpen zouden bijna 8 miljoen deelnemers gekort kunnen worden.
Pensioenfondsen krijgen een jaar langer de tijd om te herstellen van hun zogenaamde slechte financiële situatie. Ze moeten alleen nog korten als hun dekkingsgraad lager is dan 90 procent: dat betekent dat ze voor elke euro aan nu en in de toekomst uit te keren pensioen 90 cent moeten bezitten aan het eind van het jaar volgens de kunstmatige rekenregels. Maar de rekenregels zijn volgens ons advocaten team in strijd met Europese wetgeving. Die wetgeving moet de deelnemer beschermen, maar zijn onjuist toegepast in onze pensioenwetgeving.
Veel oppositiepartijen pleiten de afgelopen tijd voor een hogere rekenrente. Ook regeringspartij CDA kondigde aan daar onderzoek naar te willen doen. Maar Koolmees wil niet morrelen aan de rekenregels. Een hogere rekenrente is volgens hem geen oplossing, maar ’zal juist een groter probleem creëren’. Het zorgt volgens hem voor ’maatschappelijke onvrede’, omdat het gaat om de verdeling van geld tussen verschillende generaties.
Het Centraal Planbureau (CPB) rekent er echter op dat de pensioenen de komende jaren gekort worden ongeveer 2,5 procent per jaar voor de periode 2021-2023. Een hogere rekenrente is volgens Van Geest niet nodig om pensioenen in het nieuwe stelsel te verhogen. „Als je uitgaat van een risicovrije rente en de premies kostendekkend zijn, mag je ervan uitgaan dat je vaker kunt indexeren dan korten.”
Maar wij willen helemaal géén kortingen en die zijn ook helemaal niet nodig.
De deskundige prof. dr. Bernard van Praag heeft een helder verhaal geschreven dat de huidige politiek gegijzeld wordt door drie dogma’s (zie bijlage). Het eerste dogma betreft de rekenrente. Niet-dogmatici zijn ervan overtuigd dat een contante waardering van 2,5 à 3 procent (rekenrente) geen enkel probleem vormt, aldus prof. van Praag. Dogma twee de onjuiste bewering dat de jongere generaties de pensioenen van de ouderen zouden financieren. De werkelijkheid is andersom: door te weinig premies gaan er pensioenvermogen van de ouderen naar de jongeren. Het derde dogma is dat de rente de komende decennia structureel laag zou blijven. Door de mondiale kapitaalmarkt ligt het voor de hand dat de rente wel weer gaan stijgen.
De conclusie is eenduidig, aldus prof. van Praag. De Nederlandse politiek moet niet langer haar pensioenbeleid baseren op dogma’s. Dat leidt tot desastreuze effecten voor de 3 miljoen gepensioneerden en 8 miljoen werkende deelnemers in onze pensioenfondsen. In de laatste tien jaar zijn velen al 20 procent geduikeld in koopkracht. Bovendien maakt deze (hopelijk onbedoelde) poging om ons ‘beste pensioenstelsel ter wereld’ af te breken ons belachelijk in de ogen van de hele buitenwereld, die met jaloezie kijkt hoe goed ons pensioenstelsel is.
Teken de petitie Kom in actie voor uw pensioen www.kominactievooruwpensioen.nl
Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 25 november 2019