Is ons pensioen nu wel of niet gegarandeerd? (28 okt. 2019)
In een interview in de Telegraaf van 19 oktober worden twee hoogleraren geïnterviewd over de rekenrente en of die moet worden versoepeld om kortingen te voorkomen. Centraal staat daarbij de vraag of ons pensioen nu wel of niet is gegarandeerd. Bedoeld wordt of de hoogte van onze pensioentoezegging van het pensioenfonds vast en zeker is of niet. Het bekende woordenboek Van Dale zegt dat ‘garanderen’ betekent ergens voor instaan; = waarborgen en dat is juridisch ook zo.
De journalist stelt: “Het huidige pensioen is gegarandeerd” en prof. dr. Erik Lutjens van de Vrije Universiteit Amsterdam antwoordt dat die uitspraak niet klopt: “dat pensioen wordt nu ook niet gegarandeerd”. Want ook in de oude pensioenregeling PSW ontbrak een garantie van het pensioen, maar meer daarover hierna.
De journalist stelt daarna de vraag “waarom moeten pensioenfondsen die extreem lage risicovrije rente hanteren” en prof. dr. Bas Werker van de stichting Netspar verbonden aan de Tilburg University antwoordt dat “de reden was dat pensioenen gegarandeerd waren” Deze uitspraak is onjuist zoals hieronder wordt aangetoond.
De Pensioen- en Spaarfondsen Wet (PSW) zegt sinds de vijftiger jaren niets over het ‘garanderen’ van het pensioen, maar de mogelijkheid van pensioenkortingen wordt ook niet vermeld. In artikel 9a, lid 2a PSW staat echter o.a. vermeld:
het minimumbedrag van de technische voorzieningen wordt berekend aan de hand van een voldoende prudente actuariële waardering, rekening houdend met alle verplichtingen inzake uitkeringen en inzake bijdragen, overeenkomstig de door het fonds uitgevoerde pensioenregeling. Het minimumbedrag moet voldoende zijn om te waarborgen dat de uitbetaling van reeds verschuldigde pensioenen aan de pensioengerechtigden, kan worden voortgezet, en om de verplichtingen te weerspiegelen die voortvloeien uit de opgebouwde pensioenrechten van de deelnemers.
Daaruit vloeit voort dat bij schending van de verplichting voor minimale technische voorzieningen kortingen moeten worden toegepast. En dat gebeurde in de praktijk ook zoals o.a. bij het Bruynzeel pensioenfonds ‘De Arend’. Ook punt 4 van de Memorie van Toelichting bij de privatiseringswet ABP vermeldt het vervallen van de toenmalige overheidsgarantie, omdat de PSW van kracht werd die geen garanties kende. Pensioenfondsen hebben de mogelijkheid van kortingen niet ontkend, maar hebben die mogelijkheid ook niet vermeld in hun communicatie met hun deelnemers.
In de huidige Pensioenwet wordt sinds 2008 in artikel 134 het mogelijk korten van het pensioen wel expliciet vermeld. In de Pensioenwet respectievelijk het Financieel Toetsingskader moet volgens artikel 126, lid 2a de rekenrente voor de verplichtingen (waarom ook niet voor de premies?) op basis van ’marktwaardering’ worden toegepast, maar die bestaat niet voor verplichtingen. DNB heeft onterecht bedacht om voor deze waardering de ‘marktrente’ (UFR) te moeten voorschrijven, een onjuiste interpretatie die onze pensioenen in ernstige mate heeft benadeeld.
Hiermee wordt aangetoond dat de uitspraak van prof. Werker niet waar is. Nu wordt Netspar in belangrijke mate betaald door de overheid, zou dat de reden kunnen zijn? Of zijn voorzitterschap van D66 Brabant, de partij die van de pensioentoezegging af wil? U mag het zelf invullen, maar we worden wel gemanipuleerd op deze manier.
Teken de petitie Kom in actie voor uw pensioen www.kominactievooruwpensioen.nl
Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 28 oktober 2019