Misleiding koopkracht gepensioneerden in 2018 en 2019
Het Centraal Planbureau (CPB) heeft op 16 augustus het CPB Achtergronddocument Toelichting aanpassingen presentatie koopkrachtramingen CPB uitgebracht met daarin de effecten op de koopkracht van de op Prinsjesdag aan te kondigen beleidsmaatregelen voor 2019 in vergelijking met 2018.
Voor de gepensioneerden ziet het koopkracht plaatje eruit volgens deze grafiek:
(voor het complete overzicht met uitleg: zie bijlage 1).
De dikke blauwe verticale lijn geeft de gemiddelde (‘mediane’) ontwikkeling van de koopkracht aan in dat jaar. Dat betekent in 2018 bij de gepensioneerden (onderste rij) gemiddeld géén verbetering van de koopkracht en in 2019 wordt 1,1% verbetering berekend. Maar de 50% gepensioneerden links van die dikke blauwe verticale lijn hebben in 2018 een lagere koopkracht van - 0,5% oplopend tot een -1,8% (!). Er wonen in Nederland ruim 3 miljoen gepensioneerden (CBS per juni 2018). Dat zijn dus 1,5 (!) miljoen gepensioneerden met een dalende koopkracht in 2018 ondanks andere beloften van het kabinet. Bij navraag bij het CPB is ons echter gebleken dat het CPB in de berekening van de koopkracht niet alleen het pensioeninkomen hanteert, maar er ook een raming van het gemiddelde rendement per vermogenssoort meeneemt in hun berekening. Voor spaargeld is dat 0,25% volgens het CPB, maar voor aandelenbeleggingen zal dat wel veel hoger liggen zoals de fiscus ook doet. Maar daarover wilde het CPB geen informatie geven en evenmin welke gemiddelde bedragen worden gehanteerd. Dit is grove misleiding omdat het pensioeninkomen hierdoor wordt geflatteerd met cijfers over privé inkomen dat slechts voor heel weinig gepensioneerden zal gelden.
In de berekeningen voor 2019 laat het CPB ook een – misleidend - positiever beeld zien met gemiddeld +1,1%. Ook hier zijn de geraamde privé inkomens uit vermogen meegenomen in de cijfers. Dat neemt niet weg dat de helft van de gepensioneerden in 2019 slechts een verbetering van hun koopkracht mag verwachten tussen +0,1% en +1,1%. En dat terwijl op basis van de meest recente inflatiecijfers een hoger inflatiepercentage in 2019 dan de gehanteerde 2,3% verwacht mag worden.
Maar het CBS laat een nog veel slechter beeld aan koopkracht van gepensioneerden zien (Bekijk hier artikel: koopkracht groeide in 2017 een half procent) of zie bijlage 2. Daarin staat dat de gepensioneerden sinds 2008 een koopkrachtverlies hebben geleden van -0,4% bij €5.000 - €10.000 aanvullend pensioen boven AOW, -6,1% bij €10.000 - €20.000 aanvullend pensioen = modaal inkomen en -11,9% (!) bij meer dan €20.000 aanvullend pensioen. Hoe lang zal deze benadeling nog worden geaccepteerd door gepensioneerd Nederland?
Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 17 september 2018