Skip to main content

Nieuwsbrieven Pensioenbehoud

7 augustus 2011

De afgelopen week begon met de vraag of de pensioenfondsen moesten meebetalen aan de sanering van de Griekse staatsschulden samen met de banken en verzekeraars zoals steeds door de overheid werd gesteld. Maar daar zagen zij geen reden voor zoals hun koepel Pensioen Federatie schreef aan minister De Jager van Financiën. Pensioenfondsen hebben de wettelijke plicht om alle ‘stakeholders’ op een evenwichtige wijze te behartigen zoals de Pensioenwet voorschrijft. En de Griekse overheid en burger horen daar niet bij. Maar later bleek dat de afspraken daarover alleen met de Europese koepel van banken en verzekeraars IIF is gemaakt waarin pensioenfondsen helemaal niet zijn vertegenwoordigd. Bovendien hebben de pensioenfondsen hun verlies al moeten nemen, omdat ze de nog niet verkochte Griekse obligaties tegen marktwaarde moeten opnemen in de boeken.

Een positief bericht van de Organisatie voor Europese Samenwerking OESO was dat de Nederlandse pensioenfondsen in 2010 met een rendement van 6% gemiddeld beter presteerden dan het Europese gemiddelde van 3,8%. We werden ruim overtroffen door de Nieuw-Zeelandse en Chileense pensioensector met hun rendement van ongeveer 10%. Volgens dit OESO rapport heeft de Nederlandse pensioensector nog geen 15% van het vermogen in aandelen belegd als meest risicovol beschouwde beleggingscategorie, terwijl de Nieuw-Zeelandse, Chileense en Australische pensioensector met bijna de helft van hun vermogen in aandelen zitten. De Nederlandse pensioensector heeft echter voor overgrote deel belegd in obligaties, maar die leverden vorig jaar te weinig rendement op om tot indexatie van de nominale pensioenen te kunnen overgaan zoals de gepensioneerden hebben gemerkt. Op een verstandige wijze meer in aandelen beleggen lijkt dus met nog betere beleggingsresultaten mogelijk resp. noodzakelijk te zijn voor de Nederlandse pensioenfondsen. Wel heeft Nederland met 0,4% van het totale vermogen relatief lage uitvoeringskosten.

Ook de pensioendiscussie gaat door tijdens de zomervakantie. Uit een onderzoek van Motivaction bleek dat bijna 60% van de Nederlanders vindt dat de discussie over het pensioenakkoord veel meer over hun hoofd wordt gevoerd dan met hen. En bijna de helft berust daarin, omdat ze toch geen invloed kunnen uitoefenen. Maar daarvoor is nu juist de Stichting Pensioenbehoud opgericht en wij zijn in gesprek met zowel het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid als wel met de pensioenwoordvoerders van de politieke partijen in de Tweede Kamer om hen te trachten te overtuigen van onze standpunten op basis van argumenten. Zoals door Bernard van Praag in zijn artikel in het FD Verhoog de pensioenpremie (zie bijlage ).

Een ander geluid liet Tamara Monzon in het Financieel Dagblad horen. Zij stelde dat onder huidige pensioenwet er wel degelijk een ‘resultaatsverwachting’ was voor de deelnemer dan wel een resultaatsverplichting voor de pensioenuitvoerder en dat in het voorgestelde pensioenakkoord alleen sprake is van een inspanningsverplichting. Het beloningssysteem van de pensioenuitvoerder zal hierop gebaseerd worden en zal andere gedragsprikkels opleveren. En dat toegenomen gedragsrisico zou met een beetje pech kunnen leiden tot de grootste woekerpolis ooit. Volgens haar geeft het beloningssysteem in de nieuwe context immers te weinig prikkels om kritisch naar de uitvoeringskosten te kijken. Daarom is het interessant om te kijken welke landen aan hun gepensioneerden denken (zie bijlage ).