Skip to main content

Nieuwsbrieven Pensioenbehoud

Het verwoestende beleid van DNB op pensioenen (23 april 2018)

In de uitgave van PensioenPro op 18 april 2018 stond een opvallend artikel over de dubbelhartigheid en het inconsistente beleid van DNB op pensioengebied. In dit artikel werd gemeld “De toezichthouder wil dat inkoop van vpl-aanspraken (uit de Vroegpensioen en Levensloop-regeling, ELD) tegen actuele marktrente gebeurt. Volgens de Pensioenfederatie interpreteert DNB de regelgeving te streng. De kosten van vpl voor sociale partners zouden daarmee fors oplopen. De vraag is, kunnen pensioenfondsen, als er rechten worden ingekocht uit vpl-premies, daarvoor dezelfde tarieven hanteren als voor gewone pensioenrechten – waar de premies vaak niet dekkend zijn op marktrente, zodat ze de dekkingsgraad negatief beïnvloeden? Of moet de inkoop ‘dekkingsgraadneutraal’ gebeuren, of zelfs bijdragen aan herstel, als het fonds onder 105% dekkingsgraad zit?”

Dat is de vraag die nu speelt rond de Vroegpensioen en Levensloop-regeling (vpl), de overgangsregeling die volgde op de afschaffing van de vut en vroegpensioenregeling en wordt daarom ook inhaalpensioen genoemd. Deze is ingevoerd in 2007 met een maximale looptijd van 15 jaar. Pensioenfondsen hanteren doorgaans dezelfde premies als voor gewone pensioenrechten ondanks dat ze niet kostendekkend zijn, maar DNB wil dat de inkoop ‘dekkingsgraadneutraal’ gebeurt, wat vpl-aanspraken veel duurder zou maken.


Mededeling van DNB
Deze onenigheid van de pensioenfondsen met DNB is ontstaan door de DNB mededeling (zie bijlage) die DNB pas in april dit jaar online heeft geplaatst. Volgens DNB moet bij de inkoop van vpl-aanspraakrechten bij het pensioenfonds rekening worden gehouden met de actuele rentetermijnstructuur met bufferopslagen zoals voor onze reguliere nominale aanspraken.     Is de dekkingsgraad onder het vereist vermogen (rond 120%), dan volstaat dekkingsgraad-neutraal, maar het minimum is een bufferopslag van zo’n 5%. Dit zorgt ervoor dat de vpl-inkoop niet ten koste gaat van het eigen vermogen, aldus DNB en ‘bijdraagt aan de dekkingsgraad van een pensioenfonds, tot in ieder geval het minimaal vereist eigen vermogen.’ De oorzaak daarvan is dat er al jarenlang te weinig premies worden betaald.

Ramp voor onze pensioenen
Hiermee erkent DNB indirect dat de pensioenfondsen nog steeds verlies leiden op de inkoop van reguliere pensioenaanspraken en dat verlies komt ten laste van de belegde middelen van de gepensioneerden ten gunste van de werkenden. Deze erkenning van DNB is nu pas ontstaan bij het conflict tussen pensioenfondsen en DNB over de inkoop van deze VPL-aanspraken zoals hierboven beschreven. DNB eist dat fondsen bij deze inkoop de rekenrente voor de verplichtingen inclusief opslagen gebruiken en niet de rekenrente voor de inkoop van reguliere aanspraken. Het argument van DNB is dat fondsen anders verlies leiden op de inkoop van VPL aanspraken, indien de rekenrente voor de inkoop van reguliere aanspraken wordt gebruikt. Dat kan niet anders betekenen dat er al jarenlang door DNB bewust wordt toegestaan of gestuurd dat er verlies wordt geleden op de jaarlijkse inkoop van de reguliere pensioenaanspraken van werkenden bij hun pensioenfonds. Deze overheveling van pensioenvermogen van oud naar jong wordt onterecht nog steeds politiek ontkend, terwijl DNB deze overheveling nu wel (indirect) erkend. Daardoor kunnen pensioenen niet worden geïndexeerd en hebben zelfs grote pensioenkortingen in 2013 en 2014 plaatsgevonden.

Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 23 april 2018