Pensioenfondsen bedreigt door overgang naar premieregeling (14 nov. 2016)
De problemen met ons pensioenstelsel gaan niet over de AOW dat als pensioen door de inwoners van Nederland met 2% per jaar wordt opgebouwd en een omslagstelsel is. Maar het gaat hier om het aanvullend pensioen die circa 95% van de werkenden in loondienst opbouwen. Het gaat om meer dan 9 miljoen pensioenen, waarvan 90% bij een pensioenfonds van een bedrijfstak en de rest behoort bij een pensioenfonds van een onderneming of bij een beroepspensioenfonds. In tegenstelling tot wat diverse media beweren zijn deze opgebouwde pensioenen nu reeds het eigendom van de deelnemer, aldus ons hoogste rechtscollege de Hoge Raad in 2012. Daarvoor hoeft onze Pensioenwet niet te worden gewijzigd.
Ons huidige pensioenstelsel is een door de EU erkende sociale werknemersregeling ter voorziening van de oude dag met een vorderingsrecht op je pensioenfonds, zoals bij een spaarrekening bij je bank. Daardoor hebben pensioenfondsen een aparte positie door het mogen instellen van een verplichte aansluiting met toestemming van SZW en het mogen berekenen van een doorsnee premiepercentage. Hierdoor hebben pensioenfondsen veel lagere kosten dan verzekeraars, tot wel één vijfde, en daardoor veel hogere, maar niet altijd zekere, pensioenen. En dat willen de werknemers zo houden, al moet er wel meer duidelijkheid komen welke groep deelnemers de tekorten betaalt en van wie de buffers resp. overschotten zijn.
Maar daar hoef je het huidige stelsel als sociale regeling binnen het arbeidsvoorwaardenbeleid niet mee om zeep te helpen, zoals door de voorgestelde afschaffing van de verplichtstelling. Bovendien is pensioen een zaak van de sociale partners in de SER; die moeten de opzet bepalen en niet de politiek zoals Klijnsma op 11 november j.l. benadrukte in het FD. In het artikel staat letterlijk: “Klijnsma benadrukte dat pensioen een zaak is van sociale partners. De politiek zou daar niet over moeten gaan.” Het stelsel moet wel worden verbeterd, maar niet door te pleiten voor individuele pensioenpotjes in plaats van de huidige collectieve en solidaire regeling met haar grote voordelen, zoals het spreiden van de financiële risico’s in de tijd over alle groepen deelnemers, slapers en gepensioneerden. Individuele pensioenpotjes kunnen dat niet zoals het CPB heeft vastgesteld en de hoogte van het pensioen moet niet meer afhankelijk zijn van de rentestand.
Stelsel met eigen pensioenpotjes lost rentegevoeligheid niet op
Een overstap naar een pensioenstelsel met individuele pensioenpotjes biedt geen oplossing voor de grote rentegevoeligheid van de pensioenen. Dat stelt het Centraal Planbureau (CPB) in het rapport ‘Pensioen en rentegevoeligheid’ van 10 november. Vaak wordt gedacht dat individuele premiepensioenen minder rentegevoelig zijn en bescherming bieden tegen pensioenkortingen. Maar dat blijkt niet het geval te zijn, onder meer omdat mensen geen pensioenbedrag wordt beloofd bij individuele premiepensioenen. Het CPB stelt echter dat het nog maar de vraag is of pensioenen bij individuele contracten beter bestand zijn tegen de lage rente. Beter is het om bij de vele huidige uitkeringsovereenkomsten de zekerheidsmaatstaf uit de Pensioenwet te laten vervallen en het pensioenfondsvermogen te splitsen in werkenden plus slapers en gepensioneerden. En de berekening van de verplichtingen vast te stellen met een voorzichtig percentage.
Want volgens het CPB is het lastig om tegelijkertijd het beleggingsrisico te nemen en het renterisico af te dekken. Het nemen van het renterisico is nodig om het pensioen betaalbaar te houden. Het afdekken van het renterisico voorkomt dat het pensioen tegenvalt als de rente laag is, aldus het CPB. Maar de pensioenen worden betaald uit de geldstromen van de fondsen en het gemiddelde reële rendement over de laatste 60 jaar was 4,75%, aldus prof. Bernard van Praag e.a. Het gaat dan ook om de toekomstige jaarlijkse kasstromen in te schatten en daarop de toekomstige pensioenverplichtingen te baseren. In het rapport Naar een nastrevenswaardig pensioenstelsel van KNVG, NVOG en CSO wordt aangetoond dat het verantwoord is om met 2,7% de verplichtingen te berekenen, los van de rentestand.
Voor meer informatie zie de links:
- http://www.loonvoorlater.nl/nieuwsberichten/pvda-wil-belastingvoordeel-pensioensparen-beperken.aspx
- http://www.loonvoorlater.nl/nieuwsberichten/misschien-geen-pensioenkorting-voor-ambtenaren.aspx
- http://www.loonvoorlater.nl/nieuwsberichten/pensioen-zzpers-staat-er-beroerd-voor.aspx
- http://www.loonvoorlater.nl/nieuwsberichten/agenda-pensioenprotest.aspx
- http://www.loonvoorlater.nl/nieuwsberichten/verloskundige-eist-voor-rechter-verbod-op-korting.aspx
Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 14 november 2016