30 oktober 2011
Deze week is er weer een stap gezet om de Euro te redden met tevens een poging om een afgestemd economisch en monetair beleid in de Europese Unie te realiseren. Dat betekent meer centrale macht voor de Europese Commissie die nu eenmaal ten koste gaat van soevereiniteit van de lidstaten. In de V.S. kennen ze het probleem tussen economisch veel en weinig presterende staten en dan is een sterke centrale macht noodzakelijk voor de herverdeling van nationale belastinginkomsten. Gelukkig hebben onze pensioenfondsen vrijwel geen Griekse staatsleningen (meer), aldus de NOS van 24 oktober j.l.
Maar is er een weg terug of een alternatief? Vroeger bestond er relatief weinig wereldhandel. Nu we over de hele wereld heel veel met elkaar handelen, moet er worden samengewerkt wegens de ontstane onderlinge afhankelijkheid zonder oorlog te riskeren. Zo gaat China de EU vermoedelijk helpen met het kopen van leningen van het noodfonds en keert hopelijk het aan ons als EU verdiende geld weer terug als noodlening. Op voet van gelijkwaardigheid met elkaar samenwerken tussen economisch ongelijkwaardige landen zal nog veel denkwerk vragen en problemen geven, ook in de EU.
PME (grootmetaal) heeft verklaard dat de cao-partijen een maximum premie hebben afgesproken, aldus de Telegraaf van 20 oktober j.l. die ook moeten beslissen om de premie al dan niet te verhogen. Maar de Pensioenwet schrijft voor dat het bestuur van het pensioenfonds de hoogte van de premie vaststelt om de afgesproken pensioenregeling te kunnen uitvoeren. De PME heeft echter een van de laagste dekkingsgraden van alle pensioenfondsen. De nieuwe voorzitter wijt de lagere dekkingsgraad in verhouding met ABP en Zorg en Welzijn aan het verschil in betaalde premie, aldus de Volkskrant van 21 oktober j.l. In het bestuur zitten echter mensen benoemd namens die cao-partijen en daarmee wreekt zich de eenzijdige vertegenwoordiging. Het wordt daarom tijd dat de gepensioneerden ook kunnen deelnemen aan het bestuur van pensioenfondsen. Het door de Tweede Kamer hierover aangenomen wetsvoorstel Koser Kaya/Blok ligt te wachten in de Eerste Kamer vanwege een aangekondigd ‘integraal’ wetsvoorstel van minister Kamp hierover.
Ook consultant Aon Hewitt adviseert op haar website om de verhoging van de premies niet uit te stellen. En dat de ontheffing van De Nederlandsche Bank voor de wettelijke verplichting om bij een dekkingstekort de pensioenpremies te laten bijdragen aan het herstel, de problemen juist kan vergroten. Ook prof. Bert Scholtens van de Rijksuniversiteit Groningen waarschuwt hiervoor in zijn blog op 21 oktober j.l. Het doet daarom goed om te lezen dat uit het recente onderzoek door Motivaction blijkt “dat ruim driekwart van alle respondenten (1054 werkenden en 792 werkgevers) vindt dat we als samenleving de verantwoordelijkheid hebben om te zorgen voor een goede oudedagsvoorziening”. Ook “de taak om te zorgen voor een goed pensioen ligt primair bij de werkgever”, aldus VBnet van 27 oktober j.l.
Het hoofd beleggingen van vermogensbeheerder APG (o.a. van het ABP) Angelien Kemna stelde tijdens het IPNederland Beleggersberaad op 27 oktober j.l. dat een “uniforme discontovoet een slecht idee is”. Dit is de rekenrente waartegen toekomstige pensioenverplichtingen contant moeten worden gemaakt voor berekening van de dekkingsgraad. De Nederlandsche Bank (DNB) heeft bepaald dat de “volgens haar toevallige swapcurve die bovendien momenteel vrij onnatuurlijk is” moet worden gehanteerd. Het is onbegrijpelijk dat internationale beursgenoteerde bedrijven volgens de internationale accounting standaards IAS 19 en IFRIC 14 onder toezicht van dezelfde DNB hun pensioenverplichting als onderneming aan hun ondernemingspensioenfonds contant mogen maken tegen een zelf te kiezen jaarlijks variabele disconteringsvoet of rekenrente. Die moet zijn gebaseerd op het rendement van hoogwaardige (tenminste AA rating) ondernemingsobligaties (dus zelfs niet de zo veilig geachte staatsobligaties). Waarom zouden de pensioenfondsen deze methode ook niet kunnen en mogen hanteren? Vanwaar deze ongelijkheid?