Skip to main content

Nieuwsbrieven Pensioenbehoud

3 juli 2011

De afgelopen week heeft wederom in het teken gestaan van een richtingenstrijd binnen de FNV. Het ging om enigszins ‘harde’ pensioencontracten met een bepaalde zekerheid over de hoogte van het pensioen en met buffers van 20% om schokken van de financiële markten op te vangen (FNV Bondgenoten) versus alleen ‘zachte’ contracten zonder toegezegde zekerheid en zonder buffers voor beleggingstegenvallers (Federatie FNV). Beide organisaties zijn wel voorstander van de ingebouwde ambitie voor indexeren (‘reële aanspraak’). Maar de ambitie om het huidige ‘harde’ nominale pensioen (‘nominale aanspraak’) te indexeren, hebben we nu ook al is daar de laatste jaren niet veel van terecht gekomen. Waarom zou dat in de toekomst nu ineens beter gaan zonder meer geld in de pensioenpot te stoppen terwijl de jongeren wel langer pensioen zullen hebben dan wij? De mening hierover van de NVOG die ca 150.000 gepensioneerden vertegenwoordigt, is helder en goed (lees meer).

Het Actuarieel Genootschap (AG) wijst in haar persbericht van 26 juni j.l. op een essentieel verschil: De vraag in hoeverre risico genomen wordt, ligt daarbij niet langer bij de wetgever maar wordt decentraal door de sociale partners bepaald.
Hoeveel vertrouwen kunnen we daarin hebben gezien de ervaringen tot op heden? De wetgever is er toch juist voor om de burger te beschermen op gebieden waarop hij zichzelf niet kan beschermen? Ook wijst het AG erop dat Hierdoor wijzigt mogelijk de solidariteit tussen leeftijdsgroepen ten opzichte van het huidige Financieel Toetsingskader. Solidariteit is toch juist een van de wezenskenmerken van ons huidige pensioenstelsel?

Ook is duidelijk geworden dat het nieuwe pensioencontract een keuze aan elk pensioenfonds biedt om tijdens de CAO onderhandelingen de mate van doorwerking van de beleggingsrisico’s in de pensioentoezegging zelf vast te stellen en ook steeds te wijzigen. Ik noem dat niet één nationaal pensioenstelsel zoals nu met onze huidige wettelijke 97,5% zekerheidsmaatstaf voor pensioenfondsen (pensioenverzekeraars kennen 100%, maar zij vragen daar ook een aanzienlijke hogere premie voor). Bovendien is het de vraag hoe de waardeoverdracht van opgebouwde ‘zachte’ en ‘harde’ pensioenrechten dan moet worden uitgevoerd. En bij indiensttreding bij een werkgever met een ‘hard’ pensioencontract denk je goed te zitten en later wordt dat ongevraagd en zonder je instemming gewijzigd in een (meer) ‘zacht’ contract. Is dat passend en redelijk voor de deelnemer die daarop geen invloed heeft? En de opgebouwde rechten: blijven die dan intact? Die vraag geldt ook voor de ex-werknemer met slapende pensioenrechten en de gepensioneerde. Ik vrees het ergste voor onze bestaande rechten bij een toenemende ondoorzichtigheid. De deskundige David Hollanders heeft dan ook geen goed woord over voor het pensioenontwerpakkoord zoals hij schrijft in het FD van 17 juni j.l. (Schiet op alle fronten tekort). En vier andere pensioenexperts schrijven in de NRC van 28 juni j.l. over het akkoord: Pensioenfondsen uitgehold naar Amerikaans voorbeeld.

Ook de Tweede Kamer heeft voor het eerst haar mening over het actuele pensioenakkoord van 4 juni 2011 laten horen en ook toezeggingen afgedwongen van minister Kamp. We moeten maar afwachten hoe die toezeggingen worden vorm gegeven. De VVD en de PvdA (Pensioenakkoord moet beter) wezen zelfs op het ongewenste risico van het ‘casino-effect’: als de opbrengsten tegenvallen, kan er nog meer risico worden genomen in de hoop de tegenvaller te kunnen repareren.

Stuur deze nieuwsbrief door aan uw gepensioneerde vrienden en bekenden s.v.p.
Aanmelding als begunstiger kan via de website www.stichtingpensioenbehoud.nl.
Hoe meer begunstigers hoe sterker we staan in gesprekken met de politiek.

Bedankt alvast en tot volgende week
Uw voorzitter Erik Daae