Skip to main content

Nieuwsbrieven Pensioenbehoud

27 december 2010

Op 18 december 2010 heeft de Stichting Pensioenbehoud een brief geschreven aan minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (lees hier) waarin wordt gevraagd om bij het opstellen van een eventueel nieuw pensioenstelsel te zorgen dat de verworven pensioenrechten van de gepensioneerden onverkort gehandhaafd blijven. Brieven van gelijke strekking zijn verstuurd naar de heer Wientjes, voorzitter VNO-NCW, mevrouw Jongerius, voorzitter FNV en mevrouw Kellermann, directeur van De Nederlandse Bank. We wachten op hun antwoorden.

Intussen wordt getracht in media en pers aandacht voor deze bedreiging van onze pensioenrechten te krijgen en in 2011 zullen daartoe verschillende nieuwe activiteiten worden ontwikkeld. Ook zal er ambtelijk overleg worden gepleegd en er wordt samenwerking gezocht met andere organisaties die hetzelfde doel nastreven. Intussen is het bestuur met twee goede bestuursleden uitgebreid en binnenkort volgt nog een derde bestuurslid.

Het blijft toch opvallend dat pensioenverzekeraars niet de bevoegdheid hebben om pensioen te korten, maar pensioenfondsen dat recht wel hebben zoals Prof. Lutjens ook betoogd in de NRC van 27 augustus 2010. Maar dan wel alleen op bepaalde gronden bij te lage dekkingsgraad als alle andere sturingsmiddelen zijn uitgeput (art. 134 van de Pensioenwet).  Dus alleen als allerlaatste noodoplossing. Maar het flexibiliseren van vaste pensioenen wordt niet in de Pensioenwet genoemd als grond voor het wijzigen van pensioencontracten met de daarbij behorende rechten en verplichtingen.

En het flexibiliseren is ook in strijd met de Memorie van Toelichting bij de Pensioenwet zoals Prof van Praag ook betoogd in de NRC van 14 oktober 2010:

“Overeenkomsten die in de uitkeringsfase resulteren in een uitkering in beleggingseenheden […] vallen niet onder dit voorstel. Dergelijke overeenkomsten kennen een zo grote onzekerheid in de uitkeringsfase, dat de regering deze niet beschouwt als pensioenovereenkomsten. Pensioen moet een zekere mate van inkomenszekerheid bieden voor de oude dag. Dat kan alleen als het gaat om uitkeringen in geld waarvan de hoogte in ieder geval op de ingangsdatum voor de deelnemer is vastgesteld. [….]. Als partijen een regeling afspreken die uitkeert in beleggingseenheden, is er sprake van het verzekeren van risico’s, waardoor deze regeling door verzekeraars zal moeten worden uitgevoerd. Op dergelijke regelingen bestaat dan ook wel op basis van de wet financieel toezicht.”

De kern van de zaak wordt hier correct benoemd: pensioen moet een zekere mate van inkomenszekerheid bieden en voor het behoud van die inkomenszekerheid zet de stichting Pensioenbehoud zich in. Want “in zekere mate” is al aanwezig doordat de indexatie van de pensioenrechten voorwaardelijk is geworden. Het nominale pensioen dient volledige zekerheid te bieden.

 Ik wens u allen een gezellige jaarwisseling toe en een gezond 2011.