Stilte voor de storm van minister Kamp (7 mei 2012)
Deze maand mei komt minister Kamp met zijn hoofdlijnennotitie ftk en die zal naar verwachting veel beroering geven. Ook het nieuwe ‘wandelgangenakkoord’ van de Kunduz-coalitie levert nogal wat overleg op tussen minister Kamp en de vakbonden, vooral over het eventuele AOW-gat tussen de datum van het vroegpensioen en van de AOW die minister Kamp niet wil repareren (zie bijlage ). Dat gat is afhankelijk van hoe het reglement van de VUT en het vroegpensioen zijn geformuleerd. Bij het niet op elkaar aansluiten van de beide data kunnen de pensioenfondsen de kosten op zich nemen ten laste van het pensioenvermogen of het ouderdomspensioen herrekenen op actuarieel neutrale basis, dus een iets lager ouderdomspensioen. En daarnaast zijn er nog vele andere punten die moeten worden uitgewerkt zoals de arbeidsmarkt. Want zonder die ontbrekende invullingen kan het CPB geen berekeningen maken over de effecten. En alles dat wordt afgesproken, geldt slechts tot de verkiezingsdag van 12 september. De peilingen van de zetelverdeling laten wel interessante verschuivingen zien. Intussen probeert de vakcentrale FNV een nieuwe structuur te realiseren, waaronder een eigen bond voor jongeren. Dat is nu een netwerk van FNV-jongeren met de naam FNV Jong, maar dat netwerk wordt dan een van de echte bonden.
Nieuwe inzichten over onze pensioentoekomst.
In een opvallend artikel van prof. Theo Kocken in het IPN van 1 mei werd door hem een verbetering van het bestaande pensioenstelsel als vervanger van het Pensioenakkoord als mogelijkheid naar voren gebracht rekening houdende met o.a. de bestaande rechten. Er dienen volgens hem echter geen rekeningen te worden doorgeschoven naar de toekomst en daar is de Stichting Pensioenbehoud het geheel mee eens. Ook onze kinderen en kleinkinderen moeten een goed en zeker pensioen kunnen opbouwen. Op dat standpunt is ons voorstel voor verbetering van het bestaande stelsel gebaseerd (zie website). De rekenrente blijft voorlopig nog wel een heikel punt. Maar het citaat “Vanuit praktisch oogpunt is het misschien verstandiger om de goede punten van het pensioenakkoord te incorporeren in het bestaande pensioencontract, in plaats van een geheel nieuw stelsel in te voeren.” geeft hoop op een verstandige oplossing.
Bestuurders van het bedrijf dat geen premie afdraagt, veroordeelt.
In een recent arrest van de Rechtbank Rotterdam werden de bestuurders in privé aansprakelijk gesteld voor de door het failliet gegane bedrijf niet betaalde pensioenpremies. Zij moeten als privé persoon de achterstallige premies van vóór het faillissement alsnog aan het bedrijfstakpensioenfonds betalen. Het is wenselijk dat alle pensioenfondsen zich zo actief opstellen in het belang van de deelnemers en gepensioneerden. En dan ook kijken naar een mogelijke verlaging van de kosten, want 1% kostenverlaging geeft op de lange termijn een toename van het pensioenvermogen van maar liefst 30%.
Waarom een tegenstelling oproepen van jong versus oud?
In de NRC van 5 mei wordt het boek De pensioenmythe van Martin Pikaart geciteerd door Erica Verdegaal alsof het de enige waarheid zou zijn onder de kop van het artikel Huiveringwekkende gevolgen van de pensioencrisis. Kritiek op het huidige stelsel wordt helemaal niet gesmoord met de term ‘solidariteit’ zoals zij stelt, want algemeen wordt erkend dat aanpassingen van het huidige stelsel noodzakelijk zijn. Solidariteit is een menselijk principe dat de deling van risico’s inhoudt en geen vrijbrief om anderen te benadelen. Zij citeert “Extra fout zit een jongere die laag is opgeleid. Deze leeft gemiddeld zes jaar korter dan zijn hoogopgeleide collega.” Maar volgens een onderzoek uit 2002 van Becca Levy c.s. van Yale University dat is gepubliceerd in de Journal of Personality and Social Psychology leven de somberste mensen zevenenhalf jaar korter dan de meest optimistische mensen. Met dezelfde redenering subsidiëren sombere mensen optimistische pensioendeelnemers. En de ene mens overlijdt toch ook eerder dan de andere mens? Daar is solidariteit nu juist voor.
Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 7 mei 2012.