Stand van zaken met pensioenbehoud (2 april 2012)
De adviesorganisatie Capgemini heeft een onderzoek gedaan naar de toekomst van onze oude dag op basis van het Pensioenakkoord. De conclusie is volgens de Telegraaf van 26 maart dat de gemaakte afspraken onze oude dag niet kunnen redden door op 67 jaar met pensioen te gaan en een verhoging van de rekenrente. Dan is een pensioenleeftijd van 70 jaar zelfs niet voldoende om een structurele dekkingsgraad van meer dan 105% te bereiken uitgaande van een 3% rekenrente. En ook moet vanwege een noodzakelijke jaarlijkse indexatie van de pensioenen de premie op 35% van de pensioengrondslag uitkomen, terwijl er nu maar gemiddeld 24% wordt betaald. Volgens de berekeningen van Capgemini is een verhoging van de pensioenleeftijd tot 70 jaar noodzakelijk en tevens een verhoging van de participatiegraad van 60- tot 70-jarigen van nu bijna nul tot tenminste 8%. Maar de werkgevers voeren nu een zeer passief beleid op dat laatste punt, dus het invoeren van een verplichting voor het in dienst houden of nemen van deze categorie ouderen ligt voor de hand. Een pensioenpremie van 35% is daarbij ook nodig tot 2025, maar zal daarna toch weer kunnen dalen. Mocht de verhoging van de pensioenpremies tot 35% op problemen stuiten, dan zit er niets anders op dan de pensioenopbouw te verlagen. Wij pleiten al veel langer voor een kostendekkende premie.
GroenLinks heeft een andere visie
De Europarlementariër Marije Cornelissen van GroenLinks begint haar artikel Nederlandse ouderen de rijkste van EU in het blad Pensioen, Bestuur & Management van 29 maart met de verheugende constatering dat de Nederlandse ouderen na hun pensioen bijna het volledige inkomen krijgen als dat zij tijdens hun werkzame leven hadden. Bedoeld zal zijn qua gemiddelde koopkracht. De armoede onder 65-plussers in de EU is gemiddeld bijna 18% en in Nederland 7%. Daar mogen we blij mee zijn. Maar de EU is ook bezig met een heffing op financiële transacties, strengere regels voor het handelen in derivaten en een verplichting voor hogere kapitaaleisen voor pensioenfondsen. Zij denkt dat de invoering van deze maatregelen er toe kunnen bijdragen dat het risico op een nieuwe crisis vermindert en dat de financiële sector daardoor sterker kan worden. Dat deze maatregelen een directe crisis voor onze bestaande pensioenen betekent, doet zij af met de verwijzing dat de Nederlandse gepensioneerden toch tot de rijkste van Europa behoren en een veer mogen laten.
CDA-senatoren hinten op snellere AOW-ingrepen
De Eerste Kamerfractie van het CDA heeft de minister van SZW Kamp gevraagd hoeveel het oplevert als de AOW-leeftijd al vanaf 2013 met 3 maanden per jaar wordt verhoogd tot 70 jaar in plaats van vanaf 2020, aldus het Reformatorisch Dagblad van 29 maart. Het plan van minister Kamp is nu gebaseerd op een verhoging in 2020 tot 66 jaar en daarna koppelen aan de levensverwachting. Dit plan moet op termijn 0,7% van het bruto binnenlands product oftewel 4 miljard euro opleveren. Volgens minister Kamp komt de houdbaarheidswinst dan 0,6% hoger uit. Dat levert dus ruim 3,4 miljard op. Wij bepleiten in ons voorstel voor verbetering van ons huidige pensioenstelsel deze aanpak ook (zie website).
Vertraging in hoofdlijnennota Financieel Toetsingskader (FTK)
De door minister Kamp voor april 2012 aangekondigde Hoofdlijnennota FTK is uitgesteld tot mei 2012 volgens een brief van de minister aan de Tweede Kamer van 30 maart (zie bijlage ). Als reden voor de vertraging wordt opgegeven de CPB-berekeningen en de juridische toetsing met betrekking tot de mogelijkheid om reeds opgebouwde rechten onder te brengen in het nieuwe pensioen-contract, ook wel ‘invaren’ van bestaande rechten genoemd. Vermoedelijk zijn er intern menings-verschillen of is er nu een voor SZW ongewenste uitkomst.
Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 2 april 2012.