Onze pensioenen zijn Europees gezien verheugend hoog (2 dec. 2013)
De NRC van 26 november meldt “De pensioenen liggen in Nederland in verhouding hoger dan in elke andere ontwikkelde economie. Nederlandse gepensioneerden krijgen in de regel 91,4 procent van het loon dat ze gemiddeld tijdens hun loopbaan verdienden. Dat stelt de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in een vandaag gepubliceerd rapport Pensions at a Glance 2013, OECD and G20 indicators (voor Nederland: zie bijlage). Het Nederlandse pensioen ligt daarmee fors hoger dan het gemiddelde in de 34 landen van de OESO, dat op 58 procent van het middelloon ligt. In de landen van de Europese Unie ligt dat niveau met zestig procent weliswaar iets hoger, maar nog fors onder de pensioenen die Nederlanders krijgen.” De gemiddelde bruto AOW uitkering bedroeg volgens de OESO in 2012 voor een alleenstaande € 13.713, voor een echtpaar € 19.130 en ons gemiddelde bruto arbeidsinkomen bedroeg in 2012 € 46.400 (OESO 34 landen gem. € 32.400).
Verder meldt de NRC “Ook houden Nederlanders in verhouding het meeste over van hun pensioen. Na aftrek van belasting resteert volgens de onderzoekers gemiddeld genomen een bedrag dat bijna vier procent hoger ligt dan wat ze verdienden toen ze nog werkten. In de andere OESO-landen ligt dat dertig procent lager en in de Europese Unie 27 procent. De relatief hoge pensioenen maken dat er in Nederland amper ouderen zijn die onder de armoedegrens leven, stelt de denktank. Slechts 1,4 procent van de Nederlandse gepensioneerden bevindt zich onder die grens, tegen een kleine dertien procent in de andere rijke landen die de OESO onderzocht. Nederland is dan ook het OESO-land met de laagste armoede onder 65-plussers.” Dat is goed nieuws en dat moeten wij ook zo houden.
Hoogte van het pensioen in verhouding tot inkomen uit arbeid
De replacement rate (vervangingsratio)is het bruto pensioen inclusief AOW als percentage van het gemiddelde bruto arbeidsinkomen op de pensioendatum en staat op de verticale as afgebeeld. Op de horizontale as staat het individuele inkomen in verhouding tot het hierboven genoemde gemiddelde inkomen van € 46.400. Dus de factor 0,5 wil zeggen een individueel inkomen dat de helft is van het gemiddelde inkomen, dus € 23.200. De grafiek loopt tot een individueel inkomen dat twee maal het gemiddelde inkomen bedraagt, dus € 92.800. Het toch wel hoge bruto percentage van 94,4% bij factor 0,5 aflopend tot 88,8% bij factor 2,0 kan worden verklaard uit de relatief recente overgang van eindloon naar middelloon. In de loop van de tijd gaan die percentages vanzelf naar beneden. Het eveneens hoge netto percentage van 104,8% bij factor 0,5 aflopend tot 94,9% bij factor 2,0 is omdat gepensioneerden geen AOW premie tot de premiegrens hoeven te betalen. Wij hebben met z’n allen veel uitgesteld loon gespaard voor onze oude dag en dat moet voor de jongeren ook zo blijven.
Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 2 december 2013.