Nu moet Eerste Kamer oordelen over nieuwe rekenregels pensioenen (3 nov. 2014)
In de vorige nieuwsbrief moest helaas het aannemen door de Tweede Kamer van het rampzalige wetsvoorstel voor een nieuw Financieel Toetsingskader (nFTK), de nieuwe rekenregels voor pensioenfondsen van staatssecretaris SZW Klijnsma (PvdA), worden gemeld. Dat aannemen is gedaan door de coalitiepartijen VVD en PvdA met steun van de meewerkende oppositiepartijen D66, CU, SGP, GL en kamerlid Van Vliet. Deze ‘plucheplakkers’ hebben het weer gewonnen van de kamerleden met gezond verstand.
Maar de strijd is nog niet gestreden, nu is de Eerste Kamer aan zet. Ook aan de leden van de Commissie van Sociale Zaken van de Eerste Kamer hebben wij op 28 oktober een brief over dit wetsvoorstel geschreven (zie bijlage). De bijhorende documenten zijn het Tussenrapport naar de nadelige gevolgen van het huidige FTK evenals het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (beide documenten zijn op onze website te lezen). In deze commissie worden de standpunten van de verschillende politieke partijen van de Eerste Kamer bepaald. Sommige partijen hebben geen partijleden in de Tweede Kamer, dus dat kan mogelijkheden bieden door de ongebondenheid aan de ‘plucheplakkers’.
Bovendien heeft staatssecretaris Klijnsma bepaald dat vóór het einde van dit jaar het wettelijk verplicht vaststellen van de premie voor 2015, niet hoeft bij te dragen aan het herstel van een te lage dekkingsgraad zoals de Pensioenwet nu voorschrijft. Een enorm groot nadeel die zowel jongeren als ouderen treft door de te lage premievaststelling door pensioenfondsen met een te lage dekkingsgraad van minder dan 105%. De overheid als werkgever bespaart zichzelf met dit besluit premie in 2015 dat ten koste gaat van het ABP, maar dat geldt ook voor de andere pensioenfondsen met een te lage dekkingsgraad. Bovendien zal bij een onverhoopte aanname van het wetsvoorstel voor het nFTK door de Eerste Kamer de dekkingsgraad voor de pensioenfondsen circa 8% dalen, dus tel uit je verlies. Indexatie van onze pensioenen zullen gepensioneerden dan langdurig niet meer meemaken bij de huidige (te) lage beleggingsrendementen door de kunstmatig zeer lage rekenrente voor de verplichtingen. Dit dreigt een schandelijke ontwikkeling te worden.
Overzicht dekkingsgraden per 30 september 2014
Op 29 oktober meldt In Finance dat 12 van 100 grootste fondsen zich onder de minimum dekkingsgraad bevinden. De dekkingsgraad van pensioenfondsen als ABP, Metaal en Techniek, Metalelektro, MITT en PNO is gezakt onder de ‘herstelplangrens’ van 105%. Zorg en Welzijn heeft de limiet van 105% precies gehaald. Dat blijkt uit de stand per eind september 2014 van de 100 grootste pensioenfondsen die de Pensioenfederatie heeft gepubliceerd (zie bijlage). In totaal voldoen minstens twaalf pensioenfondsen niet aan de minimum vereiste dekkingsgraad. Zestien fondsen hebben geen opgave verstrekt.
Pensioenfondsen waarbij op 31 december 2014 de dekkingsgraad lager is dan 105% moeten in een herstelplan aangeven hoe zij het verplichte percentage weer denken te bereiken. In verband met de overgang naar de nieuwe FTK-regels krijgen pensioenfondsen daarvoor drie maanden extra de tijd. De termijn voor indiening is zes maanden in plaats van drie maanden. Ook wordt geregeld dat dit herstelplan ingaat uiterlijk negen maanden (in plaats van zes maanden) na de constatering van het tekort.
De 12 fondsen die nu onder 105% scoren zijn:
- ABP: 103,1%
- Agrarische en Voedselvoorzieningshandel: 102,7%
- ANWB: 103,1%
- Elsevier: 102,0%
- Fysiotherapeuten: 103,7 (o.b.v. onvoorwaardelijk toegezegde jaarlijkse indexering van 3%)
- Grafische bedrijven: 104,8%
- Metaal en Techniek: 102,8%
- Metalektro: 102,6%
- MITT: 103,5%
- PNO Media: 102,8%
- Tandtechniek: 96,9%
- UWV: 102,1%
Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 3 november 2014.