Skip to main content

Nieuwsbrieven Pensioenbehoud

Nieuwe ontwikkelingen op pensioengebied (21 okt. 2013)

Naar aanleiding van het tegenstellingen oproepende artikel van de economieredacteur van de Volkskrant Yvonne Hofs van 21 september met als kop ‘Beste 60-plussers, ik schrik van jullie schaamteloze egoïsme en onwetendheid’ schreef prof. Bernard van Praag een verhelderende reactie (zie bijlage). Bovendien wemelde het van de feitelijke fouten in het artikel van Yvonne Hofs.

Van Praag opent zijn reactie als volgt.“Het artikel van Yvonne Hofs in Vonk van 21 september heeft veel stof doen opwaaien. De hoofdvragen in het pensioendebat zijn: Worden de pensioenfondsen bij handhaving van de huidige pensioenuitkeringen binnen enige decennia leeggegeten ? Komt dat doordat de ‘ouderen’ veel meer uit de pot snoepen dan zij er in gedaan hebben of doordat de jongeren te weinig premie betalen? En, ten derde, hoe is de huidige pensioenpaniek tot stand gekomen?”In zijn reactie trekt Van Praag de volgende conclusie op hoofdvraag 1. Kortom, er is geen reden voor paniek, behalve bij een paar specifieke fondsen. Een nieuwe methode om een realistische rekenrente en dekkingsgraad te bepalen is noodzakelijk.” En op hoofdvraag 2 stelt hij  “Of ouderen meer uitbetaald krijgen dan ze op basis van hun inleg en de gemaakte rendementen verdienen weet niemand, ook mevrouw Hofs niet.” Terwijl hoofdvraag 3 luidt “De vraag is hoe deze paniek tot stand is gekomen. Mijn inziens is er sprake van een belangenconflict waarbij verschillende partijen de meningsvorming bepalen, waarbij de belangen van actieve werknemers te weinig en die van gepensioneerden nauwelijks gewicht in de schaal leggen. De oorzaak dient volgens mij primair gezocht te worden bij werkgevers en bij de Staat in het bijzonder die de pensioenuitgaven een grote kostenpost vinden.”

Wetsvoorstel voor verlaging opbouwpercentage pensioenen niet aangenomen
Onder het mom van het toekomstbestendig maken van ons pensioenstelsel lag er een wetsvoorstel van het kabinet bij de Eerste Kamer om o.a. het maximum opbouwpercentage van 2,15% per 1 januari 2014 voor een pensioencontract op basis van een (geïndexeerd) middelloonregeling, het meest gebruikelijke in Nederland, verder te verlagen per 1 januari 2015 naar 1,75% per jaar om miljarden aan belastingen naar voren te halen als ‘bezuiniging’. Voor een eindloonregeling is dat van 1,90% naar 1,55% per jaar (DB-regeling). Er komt een vergelijkbare aanpassing voor beschikbare premie-regelingen (DC-regeling). Er komen dus nieuwe premiestaffels. Vooral de jongeren worden hiervan de dupe en dat is slecht voor onze kinderen en kleinkinderen. Bovendien is het de vraag of de premies navenant zouden kunnen en mogen dalen gezien de wettelijke regels.

Dit wetsvoorstel kreeg géén meerderheid in de Eerste Kamer en werd daarom aangehouden. De senatoren verweten de staatssecretarissen Weekers en Klijnsma dat zij in de Tweede Kamer een meerderheid met de oppositie hadden moeten zoeken en niet de Eerste Kamer deze politieke rol op te dringen. De staatssecretarissen moeten nu terug naar de Tweede Kamer met een aangepast voorstel om een meerderheid in de Eerste Kamer zeker te stellen. Dat is te vergelijken met het Herfstakkoord voor de begroting van 2014 waarbij D66, CU en SGP zijn overgehaald om voor de begroting 2014 te stemmen. Maar dit aangehouden pensioenvoorstel zat niet in het akkoord, dus zien hoe dat gaat lopen. Intussen heeft staatssecretaris Klijnsma haar voorstel voor twee pensioen-contracten ingetrokken en zij broedt nu op een nieuw voorstel voor één pensioencontract.

Derde kwartaalcijfers geven een verbeterde dekkingsgraad te zien
Maar deze verbeterde dekkingsgraad betekent niet dat er volgend jaar niet behoeft te worden gekort op de pensioenen door een aantal fondsen, vooral door de fondsen ABP met 103,3%, PMT met 101,5% en PME met 101,9%. De ondergrens van 104,3% is nog niet bereikt en het is afwachten hoe de dekkingsgraad op 31 december 2013 eruit gaat zien. Laten we van harte hopen dat nog eens pensioenkortingen niet nodig zullen zijn.

Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 21 oktober 2013.