Skip to main content

Nieuwsbrieven Pensioenbehoud

Nieuw: minister van Economische Zaken over ons pensioen ( 8 apr. 2013)

In de TV uitzending van Eva Jinek op Zondag van 7 april deed minister van Economische Zaken Henk Kamp een opvallende uitspraak op de vraag hoe dit kabinet de economie weer aan de praat gaat krijgen. Gesteld werd dat de drie banken die we nog over hebben, te weinig kredieten kunnen verlenen aan het midden- en kleinbedrijf (MKB), de economische motor van Nederland. Maar liefst 50% van de aanvragen voor krediet aan het MKB wordt afgewezen door financieringsproblemen bij de banken, aldus de voorman van MKB Nederland Hans Biesheuvel.  Minister Henk Kamp stelde daarop dat Nederland een rijk land is en dat er veel geld wordt gespaard bij de pensioenfondsen dat is te gebruiken voor de banken. De verzekeraars beleggen 45% van hun vermogen in Nederland en pensioenfondsen maar 15%, aldus de bewindsman. “Pensioenen zijn het eigendom van werkgevers en werknemers; die zitten in het pensioenfonds en maken zelf uit wat er mee gebeurd.” Deze uitspraak is pertinent onjuist. Het pensioenvermogen is juridisch eigendom van het pensioenfonds (vrijwel altijd een stichting) en als uitgesteld loon het economische eigendom van de premiebetalers en de gepensioneerden. Nu zitten alleen werkgevers en werknemers in het bestuur van het pensioenfonds, maar vanaf 1 juli krijgen na een overgangsperiode eindelijk ook de gepensioneerden het wettelijke recht om deel te nemen aan het pensioenfondsbestuur.
Minister Kamp vindt dat de werkgevers en werknemers in het fondsbestuur verstandige mensen zijn. Hij is ervan overtuigd dat pensioenfondsen meer in Nederland willen investeren. “Maar er zal door de overheid geen pressiemiddel worden gebruikt om dat doel te bereiken, alleen op vrijwillige basis.“ Daartoe wordt overleg gevoerd om in Nederland te beleggen aantrekkelijker te maken voor pensioenfondsen, aldus de minister. Voor minister Henk Kamp maken de pensioenvermogens kennelijk deel uit van de macro-economie en dat is zijn terrein. Maar hoe zou de minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher hierover denken? Behoren de pensioenen als arbeidsvoorwaarde nu ineens bij macro-economie? Het pensioenvermogen is om de pensioenen te kunnen uitbetalen, niet om banken of indirect het MKB overeind te houden met het beleggingsbeleid van pensioenfondsen. We hebben in het verleden al gezien waartoe dat heeft geleid.

SER-rapportage ‘Nederlandse economie in stabieler vaarwater’
Op 5 april heeft de Sociaal Economische Raad (SER) met als leden vertegenwoordigers van de werkgevers en de werknemers evenals onafhankelijke leden, een rapport uitgebracht met “verduidelijkingen van de complexe macro-economische wisselwerkingen in onze economie”. Behalve de woningmarkt en de banken worden in hoofdstuk 4 de pensioenen behandeld (zie bijlage). Ook hier worden de pensioenen gezien als macro-economische grootheid en niet als uitgesteld loon.
“Eén van pijlers van het systeem was de gedachte dat door de risicodeling tussen generaties een beter resultaat kon worden bereikt. Dat komt vooral doordat jongeren beter in staat zijn om beleggingsrisico’s op te vangen dan ouderen. Een manier om dat te bereiken is voor jonge deelnemers risicovoller te beleggen dan voor ouderen. Dit is alleen tot wederzijds voordeel als jongeren dan een vergoeding ontvangen voor het overnemen van het risico van ouderen en bij positieve schokken meer dan gemiddeld profiteren. (..) Risicodeling tussen generaties werkt echter niet als het gaat om het opvangen van macro-economische risico’s. Macro-economische risico’s treffen alle huidige generaties tegelijk. Als de beurskoersen dalen, hebben alle generaties die nu in het pensioenfonds deelnemen daar last van. Het risico van de een valt dus niet weg tegen het risico van de ander.” Zo hebben de gespaarde pensioenen dus last van de macro-economie. 
“Risicodeling met toekomstige generaties brengt forse welvaartsvoordelen met zich mee. Het gaat dan om generaties die nu nog niet aan het pensioenfonds deelnemen. De beste pensioenresultaten kunnen worden bereikt door mee- en tegenvallers op financiële markten deels naar hen door te schuiven. Dat werkt het beste als de huidige generaties een buffer hebben aangelegd, waarop het fonds kan interen als zich een tegenvaller aandient. Als er geen buffer is, dan ligt dat veel moeilijker. Door in te teren zou de buffer dan immers negatief worden en nieuwe deelnemers zouden het fonds met een onbetaalde rekening uit het verleden betreden.” Een sterk pleidooi voor buffers.
“Er is dus behoefte aan een mechanisme om de nieuwe discontovoet op een onafhankelijke manier vast te stellen en consequente toepassing ervan in goede én slechte tijden te verzekeren.” Een breder onderzoek naar deze rekenrente had staatssecretaris Jetta Klijnsma onlangs aan de Tweede Kamer beloofd, maar de KNVG heeft te horen gekregen dat deze toezegging niet volledig wordt nagekomen (zie de KNVG nieuwsbrief van 2 april 2015 als bijlage). Hoezo betrouwbare overheid.

Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 8 april 2013.