Lagere kortingen en vertraging van zeggenschap (28 jan. 2013)
Twee pensioenfondsen maakten bekend welke dekkingsgraad zij hadden eind 2012. Het KLM Pensioenfonds voor Cabinepersoneel had een nominale dekkingsgraad van 115,9% (dus alleen voor het nominale pensioen zónder indexering voor behoud van koopkracht) en een reële dekkingsgraad van 67% (voor nominaal pensioen mét indexering). Dat is een verschil van 48,9% aan dekkingsgraad. Indien het reële pensioencontract zou worden ingevoerd als een beschikbare premieregeling, dan betekent dat bij deze cijfers een directe afboeking van de dekkingsgraad van 48,9% die deels wordt gecompenseerd door een hogere rekenrente (niet meer met een ‘risicovrije’ rente). Vanaf dat lagere peil mag geen indexatie plaatsvinden totdat weer minstens een dekkingsgraad van 105% is bereikt. Bij reële pensioenen komen de beleggingsrisico’s en hogere levensverwachting voor rekening van de deelnemer en gepensioneerde, en niet meer voor het fonds. Willen we dat? Nee en het is ook niet nodig bij een realistischer rekenrente op basis van langjarig beleggingsrendement met een risico-afslag per fonds. Bij het Unilever pensioenfonds Progress lagen de percentages eind december op een nominale dekking van 133% en een reële dekking van 99,8%, een verschil van 33,2%.
DNB bericht over ‘Lagere kortingen pensioenfondsen’
De Nederlandsche Bank (DNB) heeft op 22 januari een persbericht uitgebracht (zie bijlage ) waarin wordt medegedeeld dat circa 70 pensioenfondsen de komende periode een besluit tot het doorvoeren van een korting per 1 april 2013 zullen moeten aankondigen. Dat waren eerst wel 103 fondsen. Het betreft toch nog altijd naar schatting van DNB een 2 miljoen actieve deelnemers, 1,1 miljoen gepensioneerden en 2,5 miljoen ‘slapers’. De gewogen gemiddelde korting op basis van deze schatting bedraagt 1,9%, aldus DNB. Maar de metaalfondsen moeten al korten met 7% (PMT) en 6% (PME) met circa 185.000 gepensioneerden resp. 153.000 gepensioneerden die financieel de dupe zijn met hun veel forsere koopkrachtverlaging. De fondsen die gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om de korting te maximeren op 7% moeten de resterende door te voeren kortingen volgend jaar toepassen. En dat komt allemaal bovenop de fiscale maatregelen van begin dit jaar die een aanzienlijke verlaging van het netto inkomen veroorzaken tot wel -6% .
Wet versterking bestuur pensioenfondsen voor medezeggenschap gepensioneerden
In januari 2012 heeft de Eerste Kamer het initiatiefwetsvoorstel Koser Kaya / Blok behandeld over het recht op deelname van gepensioneerden aan het bestuur van pensioenfondsen. Dat voorstel is toen met ruime meerderheid aangenomen en is daarna tot wet geworden. Het vorige kabinet verklaarde zich bij de behandeling bereid om de initiatiefwet geheel of grotendeels als onderdeel op te nemen in een nog in te dienen ruimer wetsvoorstel Versterking bestuur pensioenfondsen, het ‘structuurvoorstel’. Het streven was erop gericht dit nieuwe structuurvoorstel als wet op 1 januari 2013 te laten ingaan. Tussen het vorige kabinet, de beide initiatiefnemers en de fractiewoord-voerders in de Eerste Kamer is toen eveneens duidelijk afgesproken dat wanneer deze structuurwet niet op tijd in werking treedt, de initiatiefwet KKB per 1 januari 2013 toch in werking zal treden.
Op 21 december vorig jaar heeft het nieuwe kabinet het ingediende structuurvoorstel aangepast aan de initiatiefwet KKB, maar er blijven toch nog twee verschillen bestaan (zie http://www.nypels.nl). In afwijking van de initiatiefwet heeft het structuurvoorstel enkele bepalingen om het aantal bestuurs-zetels voor de gepensioneerden te maximeren. En in de initiatiefwet kennen de deelnemersraad en een minderheid van die raad een beroepsrecht. In het structuurvoorstel vervalt voor de opvolger van de deelnemersraad een soortgelijk beroepsrecht. Op 21 december van vorige jaar heeft de staats-secretaris voor SZW meegedeeld dat de streefdatum van 1 januari 2013 voor de afhandeling van het nieuwe structuurvoorstel niet wordt gehaald. In afwijking van de toezegging van het vorige kabinet kondigt het kabinet echter aan dat de inwerkingtreding van de initiatiefwet KKB een half jaar zal worden verschoven van 1 januari 2013 naar 1 juli 2013. Schandelijk dit niet nakomen van een bindend gemaakte afspraak hetgeen in strijd is met de beginselen van goed bestuur.
Daarom heeft Martin van Rooijen als voorzitter van de Koepel van Nederlandse Verenigingen van Gepensioneerden (KNVG) een pittige brief aan de Commissie van Sociale Zaken van de Tweede Kamer geschreven (zie bijlage ). Daarin wordt erop gewezen dat aan de naleving van de zorgplicht door de werkgevers te weinig aandacht wordt geschonken. Maar ook dat de zeggenschap van gepensioneerden in het reële contract en de machtsverhoudingen niet goed zijn geregeld.
Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 28 januari 2013.