Skip to main content

Nieuwsbrieven Pensioenbehoud

Kritiek op het voorgestelde pensioencontract (18 maart 2013)

In het blad IPN van 12 maart betoogt de Nederlands-Canadese pensioendeskundige Keith Ambachtsheer dat pensioenstelsels heldere eigendomsrechten nodig hebben en dat er een stokje moet worden gestoken  voor  waardeoverdracht tussen deelnemers. Hij liet zich kritisch uit over de pensioenkortingen die momenteel in het Nederlandse stelsel worden doorgevoerd. De academicus bekritiseerde de  kortingsmaatregelen als wat tegenwoordig doorgaat voor solidariteit en benadrukte dat een collectief pensioenstelsel zou moeten garanderen dat er geen enkele deelnemer wordt benadeeld. Maar één van de problemen van het Nederlandse stelsel is volgens hem dat het Nederlandse systeem twee verschillende doeleinden nastreeft met één en hetzelfde  instrument. Terwijl elk doel vraagt om een eigen benadering in plaats van erop te wijzen solidariteit tussen de generaties heel belangrijk  is. De Canadees-Nederlandse pensioenexpert vindt het Nederlandse systeem daarnaast veel te complex.

Als volgens hem een pensioensysteem zo in elkaar zit dat de ene pensioendeelnemer kan worden bevoordeeld ten koste van een ander, dan is de kans groot dat dat ook inderdaad gebeurt. Volgens Ambachtsheer werkte solidariteit geweldig goed  in de negentiger jaren, maar is dat niet langer het geval. Nu is dat voorbij en moeten we de scherven bij elkaar zien te rapen. In het ontwerp van een pensioenstelsel horen heldere en onbetwistbare eigendomsrechten centraal te staan, meent hij. Er mag geen sprake zijn van waardeoverdracht van tevoren. Sommigen denken dat ze de oplossing hebben gevonden door over te stappen van het DB-contract (uitkeringsovereenkomst) op een reëel collectief DC-contract (beschikbare premieregeling), maar in de huidige vorm betekent dat een stelsel waarin je geld kunt afpakken van gepensioneerden. En dat noemen ze dan tegenwoordig solidariteit in Nederland, aldus Ambachtsheer.

Hoe ziet De Nederlandsche Bank ons pensioenstelsel

Het jaarverslag van DNB over 2012 vermeldt over pensioenen o.a. het volgende. “Het is de hoogste tijd om naar een moderner pensioenstelsel over te schakelen. De overheid, sociale partners, pensioenfondsen en toezichthouders beseffen dit al enkele jaren en tal van maatregelen zijn genomen of staan op de plank om het stelsel toekomstbestendig te maken. Dit gaat gepaard met een verschuiving van risico’s naar de deelnemers en vraagt aandacht voor transparantie, heldere communicatie en toereikende toezichtinstrumenten.” Alsof er geen pensioenstelsel te bedenken zou zijn waar de deelnemer niet alle risico’s op zijn bord krijgt. Het is aan de politiek om te zorgen dat de huidige zekerheden van onze pensioenen worden behouden.  

“De ontwikkelingen in de periode 2008-2012 illustreren de behoefte aan structurele hervormingen van het pensioenstelsel. Sinds het uitbreken van de kredietcrisis is een variëteit aan maatregelen genomen om omvangrijke kortingen te beperken. Desondanks blijkt ook momenteel, tegen het einde van de reeds opgerekte vijfjarige hersteltermijn (die afloopt per eind 2013), de financiële positie van veel pensioenfondsen nog steeds niet op orde. Kortingen of premiestijgingen zijn dan ook onvermijdelijk. Verplichtingen groeien door de stijgende levensverwachting en langdurig lage rente.”

Maar de werkgevers willen een bevriezing van de premies, geen stijgingen die wel nodig zijn. En dat kortingen door een onjuiste rekenrente komen, wil DNB niet erkennen.

“Uiteindelijk vragen structurele problemen om structurele maatregelen. (…) In 2011 sloten de sociale partners en het kabinet het Pensioenakkoord. Sluitstuk van dit akkoord is een nieuw Financieel Toetsingskader (FTK) dat op hoofdlijnen in 2012 tot stand is gekomen. Binnen dat FTK kunnen partijen zowel het huidige nominale contract behouden, met regels die zullen worden aangescherpt, als overstappen op het nieuwe, reële contract.” Het aanscherpen van de eisen aan het huidige nominale contract wordt door sommigen als misbruik van overheidsmacht gekwalificeerd.

“Kenmerkend aan beide contracten is ook de expliciete risicodeling. (…) Alle risico's worden via vooraf vastliggende regels verdeeld over de betrokkenen. Tegelijkertijd doet dit een beroep op de risicoacceptatie van deelnemers, omdat de risico's voor een groter deel bij hen zullen neerslaan. (…) Goede, heldere communicatie over verwachtingen en risico's is daarom van cruciaal belang. Zeker wanneer die risico's, als in het nieuwe contract, volledig door de deelnemers worden gedragen.” Maar dat is nu juist niet acceptabel en niet nodig voor een goed pensioenstelsel voor onze kinderen.

Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 18 maart 2013.