Skip to main content

Nieuwsbrieven Pensioenbehoud

Hoe kan vertrouwen worden teruggewonnen door fondsbesturen (23 feb. 2015)

Op 7 februari maakte het bestuur van de Koepel van Nederlandse Verenigingen van Gepensioneerden (KNVG) bekend dat haar voorzitter drs Martin van Rooijen op de tweede plaats staat van de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer namens de partij 50PLUS (zie bijlage). Bij een verkiezing in de Eerste Kamer op 26 mei 2015 door de Provinciale Staten ontstaat het grote voordeel dat het standpunt van 300.000 onafhankelijke gepensioneerden die zijn aangesloten bij de KNVG evenals bij de Nederlandse Vereniging van Organisaties van Gepensioneerden (NVOG) waarmee wordt samengewerkt, ook wordt gehoord binnen het parlement. Dit betekent echter geen stemadvies van de Stichting Pensioenbehoud.

Op 18 februari stond een artikel in het Financieel Dagblad over de informatie die pensioenfondsen in hun jaarverslagen van 2013 hadden verstrekt.

Pensioenfondsen verstrekken in hun jaarverslagen te weinig informatie over onderwerpen als uitbesteding, benoemingsprocedures, geschiktheid bestuursleden, integer handelen en diversiteit. Dit concludeert de commissie Monitoring Code Pensioenfondsen na een inventarisatie van 222 jaarverslagen over 2013.” Maar ook informatie over het Verantwoordingsorgaan en de compliance functionaris ontbrak.

Nu had de Werkgroep Integriteit Pensioenfondsen van Transparency International Nederland op 21 mei 2013  reeds geconstateerd in haar rapport Kijken in de spiegel (zie bijlage)dater nog veel te verbeteren valt. Onder leiding van haar voorzitter Jean Frijns namen daaraan een aantal voormannen deel van diverse pensioenfondsen zoals Joop van Lunteren (ABP), Peter Borgdorff (PFZW) en Benne van Popta (PMT).

Onder de paragraaf ‘Dilemma: Verantwoording, transparantie, integriteit en communicatie’ concludeert de commissie: “Fondsen hebben hun deelnemers amper verteld hoe zij zelf tekort zijn geschoten in het verleden. Zij gingen hun deelnemers pas vertellen over de risico’s in het systeem, toen de risico’s zich feitelijk voordeden. Helaas kreeg dat vooral het karakter van uitleggen in plaats van het afleggen van verantwoording. Fondsen en hun bestuurders namen geen verantwoordelijkheid voor de ontstane situatie en evenmin voor de onvoldoende communicatie. Voorts hebben ze te lang gedaan alsof het met de pensioenen allemaal vanzelf goed zou komen. De tegenslag zou van tijdelijke aard zijn. Daarmee hebben zij zichzelf geen dienst bewezen. Het vertrouwen van de samenleving in pensioenfondsen is ernstig aangetast.

Om dat vertrouwen terug te winnen hebben pensioenfondsen slechts één route te gaan: volstrekte openheid betrachten over alles wat ze doen. Zij gaan niet over hun eigen geld. Zij gaan over het geld van de deelnemers. Aan hen moet verantwoording worden afgelegd, in een stijl en een taal die past bij wat de deelnemer vraagt. Niet meer, en niet minder. Op deze route naar volledige transparantie doet zich het dilemma van de ‘transparantiespagaat’ voor. Enerzijds leidt volledig beschikbaar stellen van alle data (gegevens) niet (automatisch) tot begrip. Anderzijds leidt meer informatie tot nog meer vragen.

Deze 'transparantiespagaat' is er wellicht mede oorzaak van dat pensioenfondsen veel gegevens omtrent het fonds onder zich hebben gehouden. Misschien wel met de beste bedoelingen: laten wij goed voor de deelnemer zorgen en hem niet lastig vallen met alle (technische) informatie. Niettemin behoort het beantwoorden van eventuele extra vragen tot de taak van een pensioenfonds. Op korte termijn zorgt meer communicatie voor extra inspanningen en extra kosten. Maar die investering verdient zich op de lange termijn vanzelf terug. De ervaring  die wordt opgedaan leidt tot effectievere communicatie en de (gewezen)deelnemers en gepensioneerden worden beter geïnformeerd over hun pensioen.

In een tijd waarin mensen zelf willen en kunnen beschikken over informatie en op basis daarvan zelf tot een oordeel willen komen, is deze terughoudendheid van de pensioenfondsen bepaald ongepast. Integer bestuur vraagt openheid, vooral omdat een integer bestuur niets te verbergen heeft. Paternalisme in de zin dat informatie niet beschikbaar wordt gesteld of zelfs weg wordt gehouden bij de deelnemer, is dan ook niet van deze tijd.”

Het valt te bezien of de fondsbesturen in hun jaarverslag 2014 geleerd hebben van deze harde conclusies en er naar gehandeld hebben.

Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 23 februari 2015.