Skip to main content

Nieuwsbrieven Pensioenbehoud

Het lage vertrouwen in onze pensioenfondsen (vervolg)   (2 juli 2012)

Het lage vertrouwen van deelnemers in pensioenfondsen was te verwachten zoals bleek uit het eerdere onderzoek van De Nederlandse Bank (DNB).  Want nu stond weer in het Algemeen Dagblad van 26 juni een groot artikel van directeur mevrouw Kellermann van DNB met als kop: Bereid je voor op financiële onzekerheid. Lagere pensioenen en stijgende zorgkosten.  Dat is een onverwachte oproep, want deze toezichthouder is aangesteld om te zorgen dat onze pensioenfondsen nu juist hun verplichtingen aan de deelnemers kunnen nakomen. DNB is niet voor consumentenvoorlichting; daar zijn andere instanties voor.
Maar als DNB toch de consument wil voorlichten, dan mag worden verwacht dat DNB meedeelt zich te zullen inspannen om alsnog te zorgen dat de opgebouwde pensioenen intact blijven. Te zorgen dat de verwachte kortingen zullen worden ingehaald en dat er zo spoedig mogelijk weer zal worden geïndexeerd voor inflatie. Dus een DNB die meedeelt daar alles voor te zullen doen. En dat de problemen tijdelijk zijn en dat we erop kunnen vertrouwen dat DNB zich daarvoor inspant. Niets van dat alles. Het advies is “Wie kan sparen of aflossen op zijn hypotheek, moet dat vooral doen.”  Maar dat levert niet meer inkomen op, want met de rente op spaargeld krijg je ook inkomen. Maar de economie lijdt wel onder minder consumentenaankopen. Het is dan niet vreemd dat het groeiend wantrouwen van consumenten in financiële instellingen dan nog groter wordt met deze oproep.

President-directeur  van De Nederlandse Bank Klaas Knot
In een paginagroot interview in de Telegraaf van 30 juni gooit onze centrale bankier Klaas Knot er nog een schepje bovenop. Hij stelt daarin dat “Over dat aanvullende pensioen bestaan de nodige misverstanden. Zelfs in het slechtste scenario blijven onze pensioenen de beste ter wereld. Ons pensioenprobleem is vooral veroorzaakt door het overdreven ambitieniveau. We hebben onvoldoende duidelijk gemaakt dat het ook wel eens wat minder zou worden. Het is vooral een kwestie van te ver opgeblazen verwachtingen.” Hebben de pensioenfondsen, de politiek en de toezichthouder dan alles prima gedaan? Geen enkele zelfkritiek is te lezen over het onheil met onze pensioenen. Dus niets over het toestaan van niet-kostendekkende premies, premievakanties en premiekortingen voor werkgevers of terugstortingen van premie. Alleen dat wij als deelnemers en gepensioneerden veel te hoge verwachtingen hadden van ons pensioen. Dus we moeten het kennelijk gewoon vinden dat na jarenlang uitblijven van indexering voor inflatie tot wel 10%, nu ook jaren van pensioenkortingen van soms wel 14% of meer in twee jaar voor onze kiezen te krijgen. Hoezo afspraak is afspraak. En dan nog onze pensioenen het beste ter wereld durven te blijven noemen. Gelukkig komt er nog steeds veel meer premie binnen dan er aan uitkeringen worden betaald, maar die verhouding wordt wel steeds slechter. Dus er moet wel wat gebeuren. Maar niet hetgeen de Jonge Democraten van D’66 bepleiten: een individueel afgesproken premiestelsel, zonder enige solidariteit en collectiviteit. Laten de jongeren gewoon een hogere premie betalen vanwege hun hogere levensverwachting of langer blijven werken dan wel een versobering van hun pensioen accepteren.

Voorstel voor een combinatie van oud en nieuw stelsel
De hoogleraren Frijns, Boender en Kocken hebben onlangs hun voorstel gelanceerd waarbij de goede punten van het Pensioenakkoord worden gecombineerd met de voorstellen van minister Kamp. Want zij vinden twee pensioenstelsels naast elkaar veel te complex. Dus een nominaal stelsel met voorwaardelijke indexatie voor inflatie naast een reëel stelsel met indexatie maar zonder garanties op basis van beleggingsresultaat. In het voorstel van minister Kamp wordt in het nominale stelsel bij tekorten direct gekort en pas heel langzaam worden kortingen ingehaald en wordt geïndexeerd voor inflatie. Dat gaat in het reële stelsel juist andersom. Waarom niet de beide spreidingsmethoden voor tekorten op dezelfde wijze in beide stelsels toegepast, vragen de voorstellers zich af. Dan kan het huidige stelsel worden gehandhaafd met een aangepast financieel toetsingskader (rekenregels) als één stelsel voor alle aanvullende pensioenen. Een voorstel om verder te onderzoeken.

Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 2 juli 2012.