Gaat openheid over kosten leiden tot minder bonussen bij beleggen? (26 mei 2014)
De Nederlandse pensioenbeleggers zijn steeds actiever op Wall Street om topbeloningen te bedwingen, meldt het Financieel Dagblad (FD) op 22 mei. Dat blijkt volgens het FD uit een rondgang bij APG (vermogensbeheerder van ABP), MN (vermogensbeheerder van PMT en PME), PGGM (vermogensbeheerder van Zorg en Welzijn) en PNO Media. Zij beleggen tientallen miljarden dollars in Amerikaanse beursfondsen. De Amerikaanse wet heeft als antwoord op de crisis beleggers stemrecht gegeven over topbeloningen. Pensioenfondsen uit Nederland blijken dat recht actief te gebruiken.
We kiezen een kritischer opstelling dan veel andere, ook Nederlandse beleggers, stelt PGGM. Dat komt ook tot uiting in ons stemgedrag. PGGM stemde afgelopen jaar in 60% van de gevallen tegen een beloningsvoorstel. Het APG zegt afgelopen jaar in meer dan de helft gevallen tegengestemd te hebben in Amerikaanse beloningsvoorstellen, aldus het FD. Besturen van Amerikaanse bedrijven trekken zich echter maar weinig aan van de kritiek van aandeelhouders. PGGM zegt bedrijven honderden keren per jaar te benaderen. Het blijkt in de VS lastiger om in gesprek te komen met het ondernemingsbestuur. We hebben als aandeelhouder in de VS minder rechten. We hebben geen stok om mee te slaan, aldus PGGM in het FD.
Volgens het FD gingen APG en PGGM niet eerder zo specifiek in op hun stemgedrag. In de VS is een aantal Amerikaanse en Scandinavische pensioenfondsen actief met beloningswensen. Nederlandse pensioenbeleggers trekken daar regelmatig samen mee op. Beloningskwesties worden steeds vaker op de aandeelhoudersvergadering uitgevochten. Pensioengeldbelegger MN ziet wel veel vooruitgang. Hoe is dat te rijmen met het belabberde beleggingsrendement over 2013 van 1% bij PMT en 0,9% bij PME? Het Amerikaanse publiek en bestuurders zijn bewust gemaakt van de bezwaren die leven bij grote beleggers voor een beloning in aandelen. Ook is het verband tussen beloning en prestatie vaak niet duidelijk evenals de genomen risico’s, aldus het FD.
Maar dan is het onze vraag waarom niet een prestatiebeloning in geld wordt afgesproken die berust op een percentage (b.v. 10% boven een afgesproken vaste vergoeding) van het gerealiseerde rendement van dat jaar of bij voorkeur over meerdere jaren boven de benchmark nà aftrek van kosten? Een soort winstdeling dus. Maar dan ook bij verliezen toe te passen als een verliesdeling. En ook meer in Nederland beleggen kan helpen deze uitwassen in te dammen.
Het gaat om hele grote bedragen als bonus
Zakenbankiers uit de hele wereld hebben afgelopen jaar dik verdiend aan onze pensioenfondsen. Behalve de gebruikelijke vergoedingen voor hun werk zijn er miljarden overgemaakt voor buitengewoon goede beleggingsresultaten, aldus de Telegraaf van 24 mei. Alleen al de twee grote fondsen ABP en Zorg & Welzijn betaalden vorig jaar gezamenlijk €1,2 miljard aan bankiers en vermogensbeheerders naar aanleiding van ’gerealiseerde extra rendementen’. Dit bedrag van €1,2 miljard komt boven op de miljarden euro’s die pensioenfondsen sowieso betalen aan banken voor het beheer van aandelen, de transacties, adviezen en dergelijke. Sinds twee jaar hebben pensioenfondsen afgesproken om openbaar te maken hoeveel geld zij uitgeven aan beheer van het vermogen, maar ook aan zaken als administratie en bestuursvergoedingen. De eerste jaarverslagen die over 2013 openbaar zijn gemaakt, laten zien dat de fondsen fors geld uitgeven.
ABP is er vorig jaar wel in geslaagd de algemene kosten van vermogensbeheer in de hand te houden, maar de totale kosten liepen op. Voor het pensioenfonds Zorg en Welzijn (met name voor mensen die werkzaam zijn of waren in de zorg) zijn de kosten ook fors toegenomen. Het fonds gaf vorig jaar €817 miljoen uit aan beheer van het geld, waarvan maar liefst €341 miljoen naar zakenbankiers ging op basis van de goede prestaties, aldus de Telegraaf. Er valt dus nog veel te doen.
Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 26 mei 2014.