Skip to main content

Nieuwsbrieven Pensioenbehoud

14 augustus 2011

Op de aandelenbeurzen was het afgelopen week weer hommeles. De dekkingsgraden zakten gemiddeld tot 100% volgens de NRC. Somberheid alom. Lizanne Schipper schreef in het Financieel Dagblad zelfs dat ‘Aandelen gaan structureel lager renderen dan in de vorige eeuw’. En wel van een historisch rendement van ongeveer 5% boven Nederlandse staatsobligaties naar een procent of twee à drie volgens hoogleraar Boot.

Sinds de laatste decennia hebben de overheden echter een overvloed aan liquiditeiten in de wereld geschapen die steeds naar beleggingsmogelijkheden zoekt. Daarnaast heeft de westerse wereld in al haar geledingen ook enorme schulden opgebouwd waarvan overheidsschulden met staatsobligaties worden gefinancierd. Door de steeds strenger wordende internationale regels voor het aanhouden van meer eigen vermogen door banken zoals vroeger heel gebruikelijk was, zal de vraag naar staatsobligaties vermoedelijk sterk toenemen. Zeker als de westerse wereld terugkeert naar het principe dat krediet (meer) is voor investeringen en niet (of minder) om te consumeren. Dat is goed voor onze pensioenen, want die willen we zo zeker mogelijk hebben voorzien van jaarlijkse indexatie.

Onlangs heeft het bestuur van de Stichting Pensioenbehoud de uitgangspunten opgesteld voor een aangepast pensioenstelsel (lees meer ) en dat voorstel ter kennis gebracht aan minister Kamp en de politieke fracties in de Tweede Kamer. Want het is duidelijk dat er wel wat moet worden gewijzigd aan ons pensioenstelsel door o.a. het steeds ouder worden. Onze uitgangspunten van het voorstel handhaven het bestaande stelsel op een verplichte, solidaire en collectieve basis, maar wijzigen de parameters waar nodig. Dus op de pensioengerechtelijke leeftijd een zeker nominaal pensioen (‘harde rechten’) met de ambitie voor indexatie door het pensioenfonds.

En dus géén totale onzekerheid zoals werkgevers en werknemers hebben bedacht in het Pensioenakkoord met alle beleggingsrisico’s bij de deelnemer tijdens zijn gehele werkzame leven en als gepensioneerde (‘zachte rechten’). Dus ook niet twee stelsels naast elkaar of alleen een raamwerk dat per pensioenfonds wordt ingevuld door de sociale partners. Gewoon één degelijk en zo zeker mogelijk pensioenstelsel voor alle pensioenfondsen met één toetsingskader (FTK) door De Nederlandse Bank.

De vijf grote voordelen van het voorgestelde pensioenstelsel t.o.v. Pensioenakkoord zijn:

1.Het voorkomt een benadeling van jongeren t.o.v. ouderen en vice versa.
2. Het biedt wel de zekerheid aan deelnemers en gepensioneerden voor hun nominale pensioen die deze groepen wensen en daar zelfs extra voor willen betalen volgens o.a. de Household Survey van DNB van december 2010, evenals voor de indexeringsambitie.
3. Het betreft één pensioenstelsel en dus géén twee stelsels met twee FTK-regimes, waardoor de overdracht van pensioenrechten wel probleemloos kan plaatsvinden.
4. Het inbrengen van de bestaande pensioenrechten en uitkeringen kan wel zonder problemen.
5. De risicodeling tussen werkgevers en werknemers blijft bestaan als arbeidsvoorwaarde gezien de zorgplicht van de werkgever met kostendekkende premies.