Skip to main content

Nieuwsbrieven Pensioenbehoud

De visie van Larry Fink (VS) op pensioenen in Europa (21 mei)

Larry Fink, oprichter en eigenaar van de grootste vermogensbeheerder ter wereld Blackrock, zegt in een interview in de NRC van 12 mei dat een zwakke euro kan bijdragen aan een sterker zuidelijk Europa. Het kan wel een oververhit Noord-Europa creëren , maar daar zullen we dan mee moeten leven. Volgens Fink hebben de VS het bankenprobleem veel directer en sneller aangepakt dan Europa, heeft de VS nog wel bevolkingsgroei en Europa nauwelijks, en daarom gaat het ook beter in de VS dan in Europa mede vanwege een door de financiële crisis verzwakte dollar bij een relatief sterk gebleven euro. De kern van zijn beleggingsvisie is helder. Van het doorsnee Westerse getrouwde echtpaar van 60 jaar wordt één van de twee 92 jaar.  De gemiddelde familie zet niet genoeg geld opzij voor zijn pensioen, hetgeen o.a. prof. Bernard van Praag ook heeft aangetoond in zijn artikelen. En als men zijn kapitaal dan ook nog in obligaties stopt die maar 2% opleveren, dan zal men nooit geld genoeg hebben voor zijn pensioen. Daarom zegt Fink dat mensen (meer) in aandelen zouden moeten beleggen en zich niet te veel concentreren op de grilligheid van de rendementen op de korte termijn. Tenslotte stelt Fink dat “Het probleem van het Nederlandse systeem is dat als iedereen zo oud wordt als voorspeld, en de pensioenfondsen beleggen in staatsleningen, dan gaan de pensioenfondsen failliet. Dan is op een gegeven moment het geld op. Als je niet genoeg rendement haalt, dan wordt het een vloek.”

Welke conclusies volgen hieruit?

Deze ontwikkeling is niet alleen desastreus voor jongeren maar net zo goed voor ouderen met het huidige beleid van DNB om vroegtijdig te laten korten bij te lage dekkingsgraden en te dwingen om risicoloos te beleggen dan wel te dwingen om de risico’s af te dekken. Het huidige pensioenstelsel is nog niet zo slecht, alleen moeten de rendementen  omhoog met beleggen in aandelen om daarmee weer buffers cq reserves op te bouwen om de grilligheid van de beleggingen op te vangen. En de huidige zekerheidsmaatstaf van 97,5% volgens de Pensioenwet kan worden verlaagd naar b.v. 95% bij het uitgangspunt van beleggen met risico’s. Want nu is wel gebleken dat ook staatsleningen van EU-landen verre van risicoloos zijn bij een laag rendement. Uitgaande van de visie van Fink lijkt het beter dat pensioenfondsen  gaan kiezen voor (voornamelijk) aandelen en de risico’s accepteren door deze maar beperkt af te dekken en tevens  flinke buffers te vormen zoals in de jaren ‘80 en ‘90. Het rendement op het pensioenvermogen moet dan weer centraal komen staan met kostendekkende premies en op te bouwen reserves om het geslonken vertrouwen te herstellen.

En de rekenrente dan?

In de nieuwsbrief van IPN van 15 mei worden de uitspraken van principal Dennis van Ek van Mercer Investment Consulting vermeld onder de alarmerende kop “Mercer: Herstelplannen dreigen niet te herstellen.” Als de opnieuw tot 2,2% gedaalde 30-jaarsswaprente (rekenrente) op hetzelfde niveau blijft en de aandelenmarkten evenmin stijgen, dan zullen de huidige herstelplannen de dekkings-graad niet meer herstellen en komt zowel de gemiddelde als de actuele dekkingsgraad over 3 maanden uit op 92%, aldus Van Ek. Ook RTLZ meldt op 15 mei de lage swaprente.  Als de actuele dekkingsgraad van 93% van het ABP ultimo 2013 niet stijgt, dan zou een afstempeling van in totaal 12% nodig zou zijn om te voldoen aan de wettelijke eis van 105%, aldus RTLZ.

De Mercer Pensioen Update van 15 mei vermeldt dat: “Met hoge waarschijnlijkheid gaat op termijn een aanpassing op de rentetermijnstructuur plaatsvinden. De introductie van de ‘Ultimate Forward Rate’(UFR) wordt zowel binnen het Pensioenakkoord als Solvency II (toetsingskader voor verzekeraars) besproken.” De bijbehorende Mercer publicatie Ultimate Forward Rate: implicaties voor Nederlandse pensioenfondsen vermeldt in haar conclusie dat “een introductie van de UFR op korte termijn een voordeel kan hebben op de dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen. Dit effect is groter naar mate het pensioenfonds een jonge rijpingsgraad kent. En dat er geen eenduidig antwoord mogelijk is op de vraag of de introductie van de UFR ten koste zou gaan van het pensioenvermogen van jongere generaties.” Want daarbij spelen ook andere aspecten een rol.

Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 21 mei 2012.