De oplossingen voor pensioenbehoud zijn aanwezig (28 feb. 2912)
Er zijn vele vragen en opmerkingen ontvangen over de rekenrente. Waar is vastgelegd hoe die rekenrente ofwel de discontovoet om de pensioenverplichtingen in de toekomst te kunnen berekenen, eruit moet zien? Op 28 december 2006 is het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen gepubliceerd in het Staatsblad 710 van 2006 getekend door Koningin Beatrix en minister Hirsch Ballin. Bij dat besluit hoort een Nota van toelichting die als ministeriële regeling alleen is getekend door de vorige minister van SZW De Geus. Op pagina 22 van de Nota wordt bij de toelichting op artikel 2 van het Besluit o.a. vermeld: “Ten behoeve van de berekening van de technische voorzieningen voor een onvoorwaardelijke pensioentoezegging zal De Nederlandsche Bank (verder DNB) een rentetermijnstructuur publiceren, die gebaseerd is op de swapcurve in de markt voor Europese interbancaire swaps.” De huidige minister van SZW Kamp kan dus met een pennenstreek een andere rentetermijnstructuur vaststellen, maar dat wil hij tot op heden niet doen ondanks de aandrang van vele partijen om een betere rekenrente vast te stellen. Dat is politieke onwil die verplicht wordt uitgevoerd door DNB die daardoor in opdracht het dreigende, massale en onnodige korten van pensioenen veroorzaakt. Daarom is de petitie Ik wil niet worden gekort! opgezet (tekenen op: http://pensioenbehoud.petities.nl).
Een opvallend praktische oplossing wordt voorgesteld door dr Gerwin Griffioen in het F.D. van 13 februari : “Als een pensioenfonds in lijn presteert met zijn eigen beleggingsdoelstelling, dan is het te prefereren dat het de verplichtingen mag waarderen op basis van het verwachte rendement.” Hij laat in zijn artikel zien “dat als een pensioenfonds langdurig teleurstellende beleggingsresultaten realiseert er een tekort ontstaat, ongeacht welke methode van het waarderen van de verplichtingen wordt gebruikt. Pensioen moet linksom of rechtsom bij elkaar worden gespaard.” Dat betekent ook kostendekkende premies met een bijbehorend (lager) opbouwpercentage. De grote invloed van een te hoog opbouwpercentage op de hoogte van de kostendekkende premie heeft Arnoud Bosch van de VDAB aangetoond in zijn artikel van 24 februari 2012 DNB hoort aan pensioenpremies minimum eis te stellen (zie bijlage ). Maar ook prof. Bernard van Praag en Ekko Smith hebben in hun interessante artikel van 21 februari op Me Judice Het pensioengat van Nederland: een poging tot verklaring de vinger gelegd op het feilen van de toezichthouder cq de politiek vanwege het toelaten van te lage pensioenpremies ondanks de wettelijke verplichting van kostendekkendheid. Deze tekorten zouden moeten worden hersteld door de betreffende werkgevers.
Maar niet iedereen wil geloven dat ons pensioen bestaat uit een vijfde premie en vier vijfde beleggingsopbrengst. Peter Borgdorff van pensioenfonds Zorg en Welzijn legt dat nog eens uit in zijn blog van 17 februari Een pensioensprookje? (zie bijlage ). Hij laat zien dat de jongeren van nu ondanks de veel hogere levensverwachting over 40 jaar nog altijd circa 3,5 keer de inleg terugkrijgen tegen 5 keer de inleg nu. Een hogere premie en/of zelf meer sparen helpt de oude dag dan verbeteren.
Van de 103 pensioenfondsen zijn er een aantal die het (nog veel) slechter doen dan de meeste andere fondsen over de periode 2011 t/m 2013. Voorbeelden daarvan zijn Royal Leerdam (-21,7%), Openbare Apothekers (-18,8%), Tandartsen en tandspecialisten (-15,5%), Ballast Nedam (-13,0%), Vlakglas en verf (-12,0%), ISS (-11,6%), Verf- en drukinktindustrie (-11,4%) en Medewerkers Notariaat (-10,3%). En daarbij komt ook nog de gemiste indexatie over een aantal jaren. Wie van de begunstigers van de Stichting Pensioenbehoud die bij een van deze pensioenfondsen is aangesloten, is bereid om zijn of haar pensioenverhaal te vertellen bij de Omroep MAX? Zelfs het pensioenfonds van het personeel van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) zit in de problemen met een dekkingsgraad van 85% eind 2011; zouden de kortingen elders daardoor (ook) minder worden?
Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 27 februari 2012.