Skip to main content

Nieuwsbrieven Pensioenbehoud

De misleiding van de beschikbare premieregeling voor pensioen (13 feb. 2012)

Pensioenuitvoerders vinden het (nu pas) belangrijk dat de verwachtingen van consumenten goed aansluiten bij de realiteit. Daarom gaan zij deelnemers nu explicieter wijzen op de invloed die de rentestand* heeft op de te verwachten pensioenuitkering, aldus het Verbond van Verzekeraars.

Het gaat om deelnemers met een regeling waarbij de pensioenuitkeringen op de pensioendatum met een opgebouwd kapitaal worden gefinancierd (dit zijn premieovereenkomsten en kapitaal-overeenkomsten). Het gaat hierbij om regelingen die door verzekeraars worden aangeboden. Bij premieovereenkomsten zoals voorgesteld in het Pensioenakkoord, wordt echter géén kapitaal afgesproken. De deelnemer moet maar afwachten welk kapitaal voor de aankoop van een pensioen beschikbaar zal zijn afhankelijk van de jaarlijkse beleggingsresultaten, het beleggingspensioen. En de hoogte van dat beleggingspensioen is bovendien afhankelijk van de rentestand* die de deelnemer bij zijn pensionering kan aankopen. We gaan onze huidige vaste pensioenuitkerings-overeenkomsten hiervoor toch niet inruilen? Wij zijn daarom tegen het pensioenakkoord. Niet alleen voor gepensioneerden, maar juist ook voor onze kinderen en kleinkinderen.

De invloed van de rentestand is met name van belang voor deelnemers in dergelijke regelingen die al op korte termijn met pensioen gaan. De rentestand heeft echter geen gevolgen voor deelnemers in verzekerde regelingen evenals regelingen waarbij de pensioenuitkering is vastgelegd en de hoogte van de uitkering gegarandeerd wordt. Deze afspraken liggen contractueel vast.

UPO
Deelnemers in een regeling bij een verzekeraar waarbij het pensioen met een kapitaal wordt aangekocht, worden sinds 2008 jaarlijks via het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) geïnformeerd over het te verwachten pensioenkapitaal of de beleggingswaarde. Daarbij wordt ook een schatting gegeven van de te verwachten pensioenuitkering. In het UPO wordt er op gewezen dat het uiteindelijk aan te kopen pensioen afhankelijk is van de dan geldende rente. Op dit UPO staan alleen pensioen-indicaties. Daarbij wordt door verzekeraars gerekend met een rentestand van vier procent. Op dit moment is de rentestand* aanzienlijk lager dan vier procent en is het aan te kopen pensioen dus ook aanzienlijk lager. De huidige rente van 2% in plaats van 4% betekent maar liefst ook de helft van het geschatte pensioen. Aan deze misleiding zal nu een eind worden gemaakt.

De waarschuwingstekst van verzekeraars betreft niet het gehanteerde voorbeeldrendement bij een beleggingspensioen. Hierbij wordt de hoogte van het op te bouwen kapitaal op de einddatum bepaald door de te behalen beleggingsresultaten. Op het UPO voor beleggingsverzekeringen wordt wel gerekend met een voorbeeldrendement van vier procent, omdat dit rendement over de lange termijn gezien haalbaar wordt geacht door pensioenverzekeraars. Maar pensioenfondsen mogen dit verwacht rendement van 4 % niet gebruiken. Kennelijk meet De Nederlandse Bank met twee maten.

*Grafiek van de rentestand

grafiek-13feb2012

Deze nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud is gepubliceerd op 13 februari 2012.